Afgelopen vrijdag in De Kade een optreden van Mother’s Finest bijgewoond. Niet de minste band, maar desondanks hadden er nog wel een paar honderd bezoekers extra bijgekund. Dat het bij lange na niet uitverkocht was, daar hadden de aanwezigen geen moeite mee. Je kon nu desgewenst doorlopen tot vlak voor het podium en de bandleden een handje geven. Maar waar ze wel moeite mee hadden was het zaalgeluid. En zij niet alleen. “It’s hell“, zei zangeres Joyce Kennedy een paar keer. En daarin had ze geen ongelijk. Het was hetzelfde euvel als bij Johan, de band die enkele maanden geleden het Zaandamse poppodium aandeed. Er hing een deken over de zaal. Het geluid was dof, de zang moeilijk te verstaan. En dat voor €27,-.
De Kade zit in de financiële problemen. De gemeenteraad heeft afgelopen donderdag voorkomen dat de stekker er binnen enkele maanden moet worden uitgetrokken, maar de vraag is of het uitstel dan wel afstel is. Naar verluidt is De Kade samen met FluXus op zoek naar een andere locatie, in de buurt van NS-station Zaandam. Het zou mooi zijn als de huidige plek kan worden verruild voor een wat kleinere zaal. Met meer sfeer. En een beter geluid. Daarbij blijft financiële steun van de gemeente Zaanstad onontbeerlijk. Geeft niets. Een gemeente met 150.000 inwoners verdient een poppodium. Zei B&W tot voor kort niet dat De Kade behoorde tot de culturele basisstructuur?