In 1990 schreef ik voor het eerst over de affaire die ten grondslag lag aan het ontslag en de lijdensweg van Fred Spijkers. Sindsdien ben ik daar eens in de paar jaar mee doorgegaan. Hopelijk is dit de laatste keer.
Voor wie bij de naam Fred Spijkers geen belletje gaat rinkelen: in 1984 stierf de burgerambtenaar bij defensie Rob Ovaa toen een ‘anti-personal mine’ van de Zaandamse munitiefabriek Eurometaal onverwacht ontplofte. Defensiemedewerker Fred Spijkers moest de weduwe vertellen dat die explosie het gevolg was van Ovaas nalatigheid. Spijkers weigerde dat en vertelde Marjolein Ovaa dat hij twijfels had over de deugdelijkheid van de mijn. Het gevolg: hij werd ontslagen, gek verklaard, gesaboteerd bij het vinde van ander werk en tientallen jaren dwarsgezeten door inlichtingendiensten en een reeks van Defensieministers en -staatssecretarissen.
Eergisteren werd bekend dat Spijkers, dankzij de Centrale Raad van Beroep, eindelijk eerherstel krijgt. Eerder al werd hem, na lange juridische gevechten, een schadevergoeding en een koninklijk lintje toegekend. Wel moeten er nu nog wat administratieve zaken worden afgehandeld. Hopelijk zijn die voor Defensie geen aanleiding om Spijkers opnieuw te gaan jennen.
De betreffende volksvertegenwoordigers, Eurometaal en de inlichtingendiensten zijn nooit veroordeeld voor hun destructieve werkzaamheden. Ze hebben zich schuldig gemaakt aan praktijken die in het Rusland van Poetin niet zouden misstaan. Merkwaardig toch dat ze daarmee in een land als Nederland straffeloos wegkomen.