Afgelopen week maakte Dagblad Zaanstreek bekend dat er vluchtelingen uit een Bhutanees of Nepalees vluchtelingenkamp (de krant was er wat mistig over) gehuisvest zouden worden in een Zaandamse flatwoning. Onmiddellijk klommen er allerlei stadgenoten in de pen om -meestal anoniem- duidelijk te maken dat de betreffende vluchtelingen daar geen recht op hadden, dat ‘onze woningzoekenden’ benadeeld werden en dat de partij van Henk en Ingrid weer eens gelijk had.
Zo ook Zaandammer W.A. de Reus, die wel vaker naar zijn bloknootje grijpt als er een buitenlander richting zijn stad dreigt te komen. Volgens De Reus ging het om vluchtelingen ‘die tot nu toe niets hebben betekend voor ons land en nooit één eurocent aan onze gemeenschap betaald hebben’. Profiteurs waren het, zoveel werd duidelijk uit zijn brief.
De Reus en zijn maatjes vergaten even dat de vluchtelingen in kwestie hier komen op uitnodiging van deze door de PVV gesteunde regering. Een regering die een puinhoop maakt van het Nederlandse huisvestingsbeleid. Een kabinet ook dat liever tienduizenden woningen en kantoren leeg laat staan dan een fatsoenlijk woonruimteverdelingsplan te maken.
Klassieke zin in de tekst van W.A. de Reus: “Ik ben geen racist maar dit vind ik van de gekke.” Nee, u bent misschien geen racist. Maar iemand die door hongersnood of geweld bedreigde vluchtelingen een plaatsje misgunt in een Zaandamse flat is mijns inziens wel een grote egoïst die, door te dreigen een stem uit te brengen op een extreem-rechtse partij, zich ontwikkelt tot een racistenvriendje.