Ik kan Henk Stevens, het Zaanse raadslid van Trots op Nederland, geen ongelijk geven. Stevens zei maandag in de krant dat er voor kinderen meer te doen moet zijn op de Zaanse Schans. “Een ijsje eten, even in die klomp zitten, veel meer is er niet.” Hij stelt voor om kinderen mosterd te laten maken of hen de potjes mosterd te laten beschrijven. Leuk bedacht, maar volgens mij is dat gepriegel op de vierkante centimeter. In het eerste geval figuurlijk, in het tweede ook letterlijk.
Laat ik iets anders voorstellen. Naast de Zaanse Schans, aan de Leeghwaterweg, ligt nog flink wat grond braak. Maak daar een enorme oud-Hollands(ch)e speeltuin. Met grote schommels, een houten reuzenrad, een mooie glijbaan, een hindernisbaan en noem maar op. Een fraaie antieke kiosk erbij waar frisdrank en koek wordt verkocht en het feest is compleet. De kosten kunnen worden teruggehaald door entree te heffen.
Het aardige is ook dat er daardoor een netwerk ontstaat waarbij de Zaanse Schans, de Kalverpolder, Haaldersbroek en eventueel de Hemmes aan elkaar zijn gekoppeld. En laat de gemeente nou nèt een flink stuk Hemmes gekocht te hebben. Bouw er historisch erfgoed (in de loodsen ligt nog genoeg opgeslagen), leg er een bruine vloot naast en succes is verzekerd. Op cultuur-historisch en toeristisch gebied kan Zaanstad spekkoper worden.
Een win-winsituatie heet dat in oud-Hollandsch.