Het was een genoeglijk samenzijn, daar in dat Haagse stadspaleis. Op een steenworp van het Binnenhof probeerde ik de heer Stolk, ambtenaar bij het ministerie van BZK, en AIVD-medewerkster Eckhardt er van te overtuigen dat met name de laatste haar werk toch echt beter diende uit te voeren. Ik had haar inlichtingendienst stukken gevraagd, met het oog op een te schrijven boek. De AIVD stuurde me zowaar negentig pagina’s, maar liet nog veel meer achterwege. De rest zou me niet aangaan. Waar ik had gevraagd om extreem-rechts materiaal kreeg ik informatie over een links blad. Foutje. En er waren grote lappen tekst gewit, ook openbare teksten en teksten die al eerder ongewit waren vrijgegeven aan anderen. De geheime dienst had er dus een potje van gemaakt, geheel in de stijl van dit overheidsorgaan.
Een en ander was voor mij reden om bezwaar aan te tekenen tegen de beknibbeling van overheidswege. En gebruik te maken van de aansluitende hoorzitting. De goedlachse heer Stolk wilde zowaar wel toegeven dat er op sommige momenten door de AIVD met twee maten was gemeten. Wat hem verwijtende blikken opleverde van mevrouw Eckhardt, die duidelijk geen zin had in het maken van overuren om ontbrekende verhalen op te zoeken. Ze kwam er niet helemaal uit, deze veiligheidsdame. Begon veel zinnen met ‘Ja, maar’. Om vervolgens vast te lopen in haar eigen redenering. Ze bestreed zelfs uitspraken van rechtbanken, de minister en de Raad van State. En waar ik aanvoerde dat een oud-collega van haar in een boek uit de school had geklapt over de BVD-praktijken van weleer reageerde ze zuinigjes ‘dat de meeste AIVD’ers zich wel aan de regels hielden’. Veel vertrouwen heb ik niet dat deze ambtenaar serieus aan het werk gaat om de opgevraagde documentatie op te diepen.
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst blijft een staat binnen de staat. Levensgevaarlijk. En af en toe behoorlijk onnozel. Binnen een week of zes hoor ik of mijn bezwaarschrift extra gegevens heeft doen losweken. We’ll see.