Een belangrijk, zo niet doorslaggevend argument in de toenmalige discussie over de verplaatsing van het Zaanstedelijk gemeentehuis waren de kosten. Weliswaar zou het Bannehof verdwijnen uit het geografisch hart van Zaanstad, zo betoogde een decennium terug B&W, maar daar stond tegenover dat de samensmelting van het gemeentehuis met het Railpointoffice, het Gemeentearchief en al die andere lokale-overheidspanden enorm veel geld zou opleveren. Concentratie betekende energiebesparing en minder reiskosten. En zo was er nog een handjevol financiële argumenten.
Eerste tegenvaller waren de bouwkosten van het Inverdan-stadhuis. De teller staat voorlopig op 73,2 miljoen, daar waar tien jaar geleden was gerekend op ‘slechts’ 60 miljoen euro. Nu is er een tweede afknapper. Het nieuwe stadhuis blijkt jaarlijks tonnen meer te kosten dan was begroot. Er is twee jaar geleden een telfoutje gemaakt, legde de verantwoordelijk wethouder afgelopen week uit.
Dat het gemeentehuis al vanaf het begin te klein was; daar heb ik het niet over. Dat het Gemeentearchief nog altijd niet op z’n beoogde plek zit en toch al moet bezuinigen; soit. Maar kan het huidige college om te beginnen als de wiedeweerga plaatsvervangende excuses aanbieden voor de calculaties van haar voorgangers? Wat een rekenwonders. (Of moet ik zeggen: toch knap dat de kluit destijds zo werd belazerd in een ultieme poging om van Zaandijk naar Zaandam te komen?)
