Dagblad Zaanstreek gaf eergisteren een impressie van bezig bijtje Peter Tange. De burgemeester van Wormerland bezocht zaterdag een wedstrijddag van de brandweer, onthulde een informatiebord van een fietsroute en reed per e-bike naar Jisp voor de tweede onthulling van die dag. Ik heb er volop respect voor. Peter Tange is een aimabele, alom aanwezige burgervader. Regelmatig kom ik hem in het wild tegen. Zondagmiddag was hij bijvoorbeeld bij de presentatie van twee oorlogsfilmpjes in het Zaans Museum. Bescheiden als altijd gezeten op de achterste rij. Een paar weken geleden ontmoette ik hem bij een boekpresentatie in Middenbeemster. En op 24 december is hij ongetwijfeld, als altijd, in Wormerveer present bij de fakkeloptocht tegen discriminatie.
In Oostzaan zit Paul Möhlmann aan het hoofd van de B&W-tafel. En ook hem zie ik nog wel eens bij toeval. Hoe lang nog als burgemeester weet ik niet, want Möhlmann nadert de pensioengerechtigde leeftijd. Maar ik twijfel er niet aan of hij zal tot aan zijn laatste werkdag aanspreekbaar en benaderbaar blijven voor zowel Oostzaners als buitenpoorters.
Hoe anders is dat met Geke Faber. Hoewel zij toch echt de burgemeester is van ‘mijn’ stad zie ik haar zelden in het openbaar. Een enkele keer bij een officiële plechtigheid, dat is het zo’n beetje. Ik had haar zondag graag opgemerkt bij Monumenten Spreken, waarvoor zij net als Peter Tange en Paul Möhlmann in het comité van aanbeveling zit. De vele pogingen om haar een inleiding te laten houden voorafgaand aan de jaarlijkse fakkeloptocht zijn allemaal mislukt. En op een terrasje bij de Dam heb ik haar ook nooit gezien. Een paar weken geleden, tijdens een Babel-bijeenkomst kreeg Geke Faber ook al de vraag annex het verwijt voorgelegd dat ze zo onzichtbaar is.
Natuurlijk, Geesje Hendrika Faber heeft een veel grotere en daarmee tijdrovender stad te besturen dan Möhlmann en Tange. Maar dat gold ook voor haar voorgangers. En die werden wel regelmatig in het wild gespot. Hopelijk gaan de Zaankanters ook van burgermoeder Faber wat vaker een glimp opvangen. Anders is ze (1952) straks, net als Paul Möhlmann, met pensioen en moeten we het voortaan doen met een aan haar gewijd schilderijtje in de hal van het gemeentehuis. Toch zonde.
Kleine correctie: net nadat ik dit stukje had getikt, zag ik Geke Faber. Op straat. Op de Dam zelfs. Heel benaderbaar was ze nog steeds niet, omringd als ze werd door college-collegeleden en andere bobo’s, maar ze was er toch maar mooi. Beginnetje van een nieuwe traditie?
Geke
Aardig stuk over de twee dorpsburgemeesters. ’t Is toch nog altijd een beetje ‘onze Peter’ en zo kennen we hem. Burgemeester Paul kwam eens op mijn werk bij Odion. ik vroeg iemand van de gemeente om aan de clienten te komen vertellen over de verkiezingen. Hij kwam zelf in gezelschap van wethouder Eelco. Het werd een leerzame maar vooral genoeglijke ochtend. Tsja en burgemeester Geke heb ik nog niet zo ‘gezien’.