Omdat het binnen de katholieke kerk altijd weer gekker kan, wilde een Tilburgse pastoor de namen en foto’s van ‘zijn’ kerkverlaters op het prikbord hangen. Wellicht zouden er verloren zielen terugkeren, was zijn gedachte. Het zal je herder maar zijn.
Kort geleden verscheen het boekje Een vondst van de schepper. Pim Ligtvoet en Wilfred Ploeg beschrijven daarin hun worsteling met, of zo u wilt zoektocht naar de mengeling homoseksualiteit en religie. Pim was langdurig pastor in Zaandam (namens DISK). Hij noteerde openhartig een halve eeuw religieuze gevoelens, zowel het ontstaan als het vergaan ervan Een citaatje uit het boek over de eindfase van zijn Zaanse woon- en werktijd:
“De vrijwilligers van de Maria Magdalenakerk wachten me in de pastorie op met koffie en het liturgieboekje. Het is in onderling overleg samengesteld. We praten over het uitdelen van de palmtakjes, over wat de lector zal doen, en wat ik, en ik vertel hun over mijn komende afscheid. ‘Waarom ga je weg, Pim? We kunnen je nog goed gebruiken.’ ‘Dat weet ik en ik heb het ook goed gehad hier. Maar ik ben een beetje op.’ Ik vertel ze dat de nieuwe deken als alternatief alleen een parochie in Purmerend voor me heeft. Dat past niet bij me, puur kerkelijk werk. ‘Verder ben ik homo. Ik kan ontslagen worden als ik een relatie krijg. Daarom heb ik een baan aangenomen buiten de kerk.’ Niet vaak heb ik zo open met parochianen gepraat. Je weet niet waar het terecht komt, en of iemand brieven naar de bisschop gaat schrijven.”
Na deze regels kreeg ik heel erg zin in een liedje van Robert Long.
En verder hoop ik dat Dagblad Zaanstreek binnenkort aandacht besteedt aan dit verse, regelmatig schrijnende en voor sommige gelovigen uiterst leerzame boekje.