Het duurde vele, vele maanden, maar op 28 maart mag ik dan eindelijk mijn klaagzang over de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst loslaten op de rechtbank in Den Haag. Het verhaal is overzichtelijk. Ik ben al geruime tijd bezig met het in boekvorm gieten van het leven van Max Lewin (1919-2011). Deze kleurrijke Amsterdammer was de oprichter van Radio Veronica en van een groot aantal radicaal-rechtse politieke partijen, organisaties en bladen. Tegelijkertijd spioneerde hij langdurig voor de DDR. Interessante materie voor een biografie, meende ik.
De Binnenlandse Veiligheidsdienst, de voorloper van de AIVD, hield Lewin tientallen jaren in de gaten. De AIVD heeft dan ook een stevig dossier over hem. Sinds 2002 is er een wet die het mogelijk maakt dat de AIVD (delen van) dossiers vrijgeeft, tenzij het landsbelang of de privacy van levende mensen in het geding is. Maar dat speelt allemaal niet bij Max Lewin. De man is dood, er is geen familie in de eerste of tweede lijn die geschaad kan worden, Oost-Duitsland bestaat niet meer, de Stasi is opgeheven en geen van de organisaties die Lewin ooit begon (met uitzondering van Veronica) vertoont nog levenstekenen.
Desondanks ligt de AIVD dwars. Mondjesmaat verkreeg ik wat gegevens. Na bezwaar te hebben aangetekend gunde de minister van Binnenlandse Zaken me nog een kliekje. Tegelijkertijd ontdekte ik dat enkele andere personen ook informatie over (organisaties van) Lewin hadden ontvangen. Andere informatie. Ondanks de AIVD-bezwering dat ze voor mij een grondige zoektocht hadden ondernomen om stukken boven water te krijgen was er dus meer. Veel meer. Maar overdragen: ho maar.
Inzet tijdens de rechtszaak is of de AIVD historisch onderzoek mag hinderen en selectief te werk mag gaan, een werkwijze waarvan veel onderzoekers en zelfs het Nationaal Archief last hebben. Over een paar maanden weten we meer.