Sinds Ad van Liempt met pensioen is lijkt hij productiever dan ooit. Zijn specialisme is de Tweede Wereldoorlog en daarover maakt hij tal van boeken en tv-programma’s. Op basis van het afgelopen week onder zijn redactie verschenen boek De jacht op het verzet presenteerde het tv-programma Andere Tijden gisteren een documentaire over een fanatieke groep Drentse Landwachters, NSB’ers die tijdens de oorlog fouter dan fout waren. Helaas haalde Andere Tijden de Landwacht Nederland en de Nederlandse Landwacht door elkaar, twee verschillende organisaties. Het is een relatief klein foutje, maar daarvan zijn er in De jacht op het verzet -waarin voornoemde vergissing overigens niet wordt gemaakt- ook tamelijk veel te vinden. Al met al lijkt de publicatie een haastklus te zijn geworden. Om een paar voorbeelden te geven: zowel joden als landwacht wordt afwisselend met en zonder hoofdletter geschreven. Bedragen in oorlogsguldens worden vertaald naar de tegenwaarde in euro’s (afwisselend in letters en als € geschreven), maar die waarde fluctueert. Het verhaal van verzetsman Jacob Mohlenpage, die het amateuristische schietwerk van een executiepeloton overleefde, wordt twee keer verteld. En zo zijn er nog wat meer of minder storende details. Een goede eindredactie had veel kunnen voorkomen.
Het laat onverlet dat De jacht op het verzet een uitstekend beeld geeft van de vaak sadistische strijd die de Duitsers en hun Nederlandse handlangers voerden tegen de Nederlandse illegaliteit. Op basis van honderden dossiers uit het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) illustreren de auteurs wat een misselijkmakende, schokkende methodes er tijdens de oorlog zijn gebruikt om het verzet de kop in te drukken. Ook wordt duidelijk hoe groot de rol is die drank speelde bij de gepleegde terreur. Het boek maakt nieuwsgierig naar Van Liempts volgende project, waarover hij me enkele weken geleden vertelde: het levensverhaal van een Nederlandse verzetsstrijder.
Wat dat in de geschiedschrijving onderschatte alcoholmisbruik betreft: daarvan ken ik ook enkele voorbeelden uit de Zaanstreek. Laat ik er eentje uitkiezen waarover in de oorlogsliteratuur niet eerder is gepubliceerd. Ook onderstaande informatie is afkomstig uit het CABR. De hoofdrolspelers: Hendrik Vitters (de NSB-burgemeester van Zaandam) en Tonny Jansen (de opportunistische korpschef van politie in Zaandam) aan de ene kant en hun prooi, bestaande uit de NSB’ers A. van den Berg, D. Hagoort, Herman Moraal en Jan Pieter de Vries, aan de andere zijde. Allereerst de verklaring die Vitters in 1947 aflegde over deze beschonken tegenstanders uit eigen gelederen.
“Op 19 september 1944 hebben enkele NSB’ers een aanslag op mij willen plegen, daar ik zogenaamd Engels spion zou zijn. Deze personen waren wijlen A. v.d. Berg, wijlen Hagoort, Herman Moraal en J.P. de Vries. Zowel van NSB- als van politiezijde was ik tevoren reeds gewaarschuwd. De vete was door diverse dingen ontstaan, onder andere door het vorderen van luxe wagens en het weghalen van sigaretten, onder andere door ‘mijnheer’ Hagoort, en op 19 september zijn voornoemde mensen aan mijn woning geweest om mij te pakken. Daarna zijn zij vertrokken in de richting Zaandijk en bij de oude Guisweg te Zaandijk kregen ze met de wagen een ongeluk, mede doordat zij onder de invloed van sterke drank waren. Ik kreeg een telefoontje van de politie en ben onmiddellijk met onder andere Tonny Jansen, J. v.d. Schaaf en nog enige politiemannen naar de plaats van het ongeluk gegaan. Ik heb de politie gezegd, dat ik voor eventuele gevolgen de verantwoording op mij zou nemen. Op de plaats van het ongeluk aangekomen zag ik J.P. de Vries bewusteloos op de grond liggen, Herman Moraal zat met de handen aan zijn hoofd in de omgekantelde wagen, Hagoort en Van den Berg stonden op de weg. Ik ben op Hagoort toegelopen, waarna er met hem een woordenwisseling ontstond. Daarop heb ik uit zelfverdediging Hagoort neergeschoten. Van der Berg stond schuin achter mij, zodat ik hem niet kon zien. Van den Berg stond onder andere bij Tonny Jansen. Van den Berg droeg een revolver in de houder. Nadat ik Hagoort had neergeschoten, vernam ik achter mij nog een schot. Ik keerde mij om en zag Van den Berg op de grond liggen. Ik knielde naast hem neer en constateerde dat zijn revolver nog in zijn tas zat. Ik heb meteen aan Jansen gevraagd waarom hij hem had neergeschoten. Hij antwoordde mij dat Van den Berg mij in de rug wilde schieten. Van den Berg heeft mij, stervend, zijn excuses aangeboden, en gezegd: ‘Ik heb u niets kwaads willen doen.’ Ik maak mij sterk dat als ik in de plaats van Jansen had gestaan, ik naar voren was gesprongen, temeer daar er nog meer agenten bij Van den Berg stonden.”
Dan de versie van Tonny Jansen, eveneens daterend uit 1947: “We begaven ons naar Zaandijk, waar we de auto op zijn kop aan de kant van de weg aantroffen. Bij de auto zaten Moraal en v.d. Berg en Hagoort, terwijl De Vries zwaar gewond op de straat lag. Vitters stapte op Hagoort af en zei hem: ‘Jij bent mijn arrestant!’. Hagoort verzette zich, greep een handgranaat, waarop Vitters zijn revolver trok. Achter Vitters stond v.d. Berg, terwijl ik schuins tussen Vitters en Hagoort stond. Toen Hagoort de handgranaat wilde gooien, schoot Vitters hem in de benen. Op dat moment greep v.d. Berg naar zijn pistooltas, waarbij hij naar Vitters keek. Voor de tweede maal schoot Vitters op Hagoort. Op dat moment wilde v.d. Berg zijn pistool grijpen, waarna ik een schot op v.d. Berg loste. Zowel Hagoort als v.d. Berg vielen neer. Ik heb gebruik gemaakt van 6.35’er. (…) Om 4 uur [‘s nachts, E.S.] zijn ze overleden.”
Jansens verklaring komt niet overeen met een twee jaar eerder, door hemzelf geschreven verdediging waarin hij probeerde aan te tonen dat hij de illegaliteit van dienst was: “Door mij NSB’er v.d. Berg, hoofd Lbd. [Luchtbeschermingsdienst, E.S.] en Landwachter, neergeschoten en ten gevolge hiervan overleden. Gemotiveerd: wilde ook schieten (doch dit was niet waar). Scene in elkaar gezet, opdat Vitters een haat kreeg tegen Hagoort, Landwachter, en hem daarna zou aanvallen. Opzet gelukt. Hagoort werd door Vitters doodgeschoten, daar Hagoort tegen mij gezegd zou hebben Vitters te willen vermoorden.”
Al met al was er sprake van een vies spelletje waarbij dit keer geen verzetsstrijders of joden, maar ‘eigen’ mensen het slachtoffer werden. Zowel Jansen als Vitters verdwenen na de bevrijding achter de tralies.