Toen het Zaantheater af was, bleek er al snel meer geld bij te moeten dan vooraf was begroot. Toen Drieluik veranderde in De Kade bleek er al snel meer geld bij te moeten dan was begroot. De bouwkosten van De Fabriek werden een stuk hoger dan vooraf begroot. Voor het Zaans Museum was meer geld nodig dan vooraf was begroot. Et cetera, ad infinitum.
Verantwoord begroten is een terugkerend probleem in cultureel Zaanstad. En het dreigt nu weer mis te gaan. Op verzoek van B&W onderzocht adviesbureau BMC de financiële haalbaarheid van een cultuurhuis in Inverdan. Daarin zouden onder meer FluXus, de restanten van De Kade en De Fabriek moeten opgaan. De eindconclusie van BMC: “Het cultuurcluster is financieel haalbaar, zowel in bouw als in exploitatie.” Wel is er ‘€170.000,- jaarlijks tekort op de exploitatiesubsidie van de popprogrammering’.
Dat tekort is aan de kleine kant. Zo gaat BMC uit van jaarlijks twintig ‘grote acts met randprogrammering’ à €6000,-. Nu is de vraag wat BMC verstaat onder een grote act. We laten voor het gemak Madonna en de Stones buiten beschouwing. We laten ook de andere buitenlandse artiesten en groepen buiten beschouwing. Die zijn namelijk al snel veel te duur. We wenden ons tot de binnenlanden. Ook daar laten we de allerduursten buiten beschouwing. We gaan voor de categorie Ali B. Die zal in zijn eentje geen volle Zaanse zaal trekken (zevenhonderd bezoekers), maar kost volgens zijn management toch nog €4000,- tot €10.000,-. Tel uit je verlies. Kijken we naar een Ilse de Lange, een Waylon, een Alain Clark, een Caro Emerald (om maar wat ‘grote acs’ te noemen), dan begint volgens hun manager de meter te lopen vanaf €20.000,-. Exclusief BTW.
De partijen die instemmen met het cultuurcluster stemmen in met een gat in de begroting. Da’s een keuze. Maar dan wel graag het eerlijke verhaal erbij, en niet op basis van een rekensom die ondeugdelijk is.
Hoeveel kostte dat BMC-rapport eigenlijk?
Alain Clark