In Zaanstad worden fractiegelden naar weinig legitieme doelen overgeheveld. Niet door alle partijen, maar wel door een stevige minderheid. Het misbruik is inmiddels onderwerp van studie binnen het gemeentehuis. Prima. Wellicht leidt het ertoe dat de teugels worden aangehaald en het gemeenschapsgeld niet meer bij sommige raadsleden tegen de plinten klotst.
Het is toeval, maar vorige week stelde de PvdA-Kamerfractie voor om raads- en Statenleden die nauwelijks de vergaderingen bezoeken te korten op hun vergoeding. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten is daar tegen, omdat er slechts weinig spookraadsleden zouden zijn. Ik vind dat een merkwaardig argument. Hoeft er ook niet meer te worden gestraft wanneer er in Nederland nog maar weinig dieven zijn?
In Zaanstad valt het momenteel wel mee met het vergaderverzuim. Uit het verleden kan ik me één volksvertegenwoordiger herinneren die zelden meedeed aan raads- en commissievergaderingen, maar wel elke maand de volle mep ontving. Totdat duidelijk werd dat hij niet in Zaanstad woonde kon hij vele duizenden euro’s binnenharken. Of hij ooit iets heeft moeten terugbetalen -Zaanstad probeerde destijds wel om het te veel betaalde te incasseren- is me onbekend, maar ik ben bang van niet.
Een maand of wat geleden kreeg ik trouwens te maken met de advocate van deze kantjesloper. Ik had een stukje over de merkwaardige strapatsen van haar cliënt op deze blog geplaatst en daarop kreeg ik achtereenvolgens een dreigende mail en een brief van haar, met als strekking dat de tekst moest worden verwijderd. Zo niet, dan zou er vervolging plaatsvinden. Toen dat niet hielp belde de advocate. Of er geen ‘minnelijke schikking’ mogelijk was. Na mijn vraag of ze ook ging schikken met Vrij Nederland, waarvan ik mijn informatie had, bleef het stil. Noch VN, noch ondergetekende hoefde bij nader inzien (of tot nader order?) aan censuur te doen.
Het is dit soort klaplopers -het raadslid, niet de advocate- waaraan de PvdA iets beoogt te doen. Aan het PvdA-voorstel zit mijns inziens alleen één bezwaar. Er zou een tweederde meerderheid nodig zijn om iemand te korten die vaak of altijd de raads- en Statenvergaderingen mijdt. Het gevolg is dat collega’s collega’s moeten beoordelen en dat grote partijen meer invloed hebben op het al dan niet korten dan kleine. En dat kan onzuiverheid in de hand werken. Het is net als met de Zaanstedelijke beoordeling van die al dan niet juist bestede fractiegelden (een werkgroep met raadsleden moet nieuwe spelregels gaan bedenken): de slager blijft het eigen vlees keuren.
Spookraadslid