Vorige week was ik aanwezig bij de condoleancebijeenkomst voor een Zaanse oud-verzetsman. De overledene was bij leven en welzijn een aimabele, intelligente en hulpvaardige man. Bescheiden was hij ook. Zijn illegale activiteiten tussen 1940 en 1945 reduceerde en verdonkeremaande hij nadien zoveel mogelijk. Andere leden van de ondergrondse zwaaide hij daarentegen volop lof toe. Hij werd 93. Geestelijk was hij nog fit, lichamelijk hield het op. De laatste maanden keerde hij in zijn dromen regelmatig terug naar de Tweede Wereldoorlog, vertelde zijn zoon. Het leidde tot onrust, tranen en nachtmerries.
Diezelfde middag mocht ik beroepshalve aangifte doen tegen een neonazistische voortrekker. Het betrof een haatdragende, stupide en egoïstische man. Zijn internetpagina’s waren gevuld met hakenkruizen. Zijn profielfoto toonde een zelfportret met SS-helm. Op een ander plaatje stond hij te siegheilen. In de veertig was deze mislukking inmiddels, maar hij had nog altijd niets geleerd. Het contrast met die oude illegale strijder had niet groter kunnen zijn.
Normaliter wens ik iedereen het beste toe. In dit geval niet. Ik gun het wannabe-Hitlertje de komende tijd veel onrust en verhelderende nachtmerries. Bij voorkeur over de oorlog.