Het is vandaag op de kop af twee jaar geleden dat ik een stukje schreef over de twee Zaandamse gokhallen, door de eigenaars iets te duur ‘casino’ genoemd. Hoog tij om deze overbodige gelegenheden opnieuw te belichten.
Zoals bekend kwamen beide hallen in Zaandam er, nadat er op de rand van het monistische politieke bestel (een paar maanden later mochten wethouders niet meer meestemmen) een nipte meerderheid was tegen het tot dan toe geldende Zaanstedelijk anti-gokbeleid. Met dank aan die ene CDA-wethouder, die voor even Mammon aanbad. Kort daarna werden we opgezadeld met een gokhal naast de Beatrixbrug en een tweede in de Rozenhof. De verslaafden aller landen konden zich nu ook in Zaandam verenigen.
Een paar weken geleden maakte Holland Casino bekend te gaan reorganiseren. Op het hoofdkantoor verdwenen honderd van de driehonderd banen. In 2014 volgt er een nieuwe ontslaggolf. Tussen 2008 en 2012 gingen er ook al achthonderd banen uit bij het concern. Het bedrijf leidt zwaar verlies. Een prima ontwikkeling, vind ik. Dat uitgerekend dit staatsbedrijf maar snel ten gronde moge gaan.
De aanleiding voor de teloorgang is overigens minder prozaïsch. Holland Casino trekt een kwart minder bezoekers aan dan vijf jaar geleden, vooral omdat veel mensen zijn uitgeweken naar het online-gokwerk. Het laat echter onverlet dat de rijksoverheid zich niet dient bezig te houden met het kweken van gokverslavingen en armoede. En mijns inziens ook geen private bedrijven moet faciliteren die hetzelfde beogen, in een poging om de aandeelhouders rijker te maken.
Geen idee hoe het gaat met de Zaanse afdelingen van Hommerson’s en Flamingo -wie er langs loopt ziet er zelden veel volk-, maar ik hoop dat ze snel de deuren moeten sluiten. In navolging van of voorafgaand aan het zieltogende Holland Casino.