Het is u wellicht onbekend, maar de VeganChallenge is al achttien dagen oud. Deze veganistische promotiemaand was mij geheel ontgaan, ware het niet dat een dame van de Partij voor de Dieren vroeg of ik er aan meedeed. Toen ik zei de kibbeling er niet voor te laten staan, keek ze geschokt. “Vissen zijn de ergst gemartelde dieren”, sprak ze bestraffend. Ze had ongetwijfeld gelijk, maar een gebakken scharretje op z’n tijd is wèl heel lekker. Noem het egoïstisch.
Ter compensatie: ik eet geen vlees. Het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, vorige maand, waaruit bleek dat een karbonade zowel varkenshaar, pus als mest kan bevatten bevestigde weer eens mijn halfhartige etensvoorkeur.
Niets nieuws onder de zon overigens. Toen ik als vakantiewerker in de Achtersluispolder aan de lopende band stond om bakjes vlees te sealen en stapelen, hadden sommige medescholieren er lol in om hun wijsvinger afwisselend in de eigen neus en het half-om-half gehakt (what’s in a name) te duwen. Een uitgetrokken hoofdhaar op de kipkluif leggen werd trouwens ook komisch bevonden. Sindsdien kijk ik heel anders naar de reclameslogan ‘Kip, het meest veelzijdige stukje vlees’.