Mijn ‘petekind’ (overigens niet katholiek, maar ‘voogdijkind’ klinkt zo afstandelijk en bovendien leven haar ouders) werd 18. Hoera. Maar niet heus. Petekind is namelijk ziek. Ze is depressief, verwondt zichzelf keer op keer en hoort soms stemmen die er niet zijn. Het is een Zaanse prachtmeid, maar wel suïcidaal.
In Nederland staat 18 gelijk aan volwassenheid. En dus moet petekind de instelling verlaten waar ze tot nu toe geestelijke ondersteuning krijgt. Daar konden ze voorheen wel hulp bieden, maar die is onlangs wegbezuinigd. Petekind dient dus te verkassen. Naar een ander instituut. Waar ze niet verblijft tussen leeftijdsgenoten met vergelijkbare problemen, maar tussen verdwaasde ouderen en vijftigplussers die zeker weten Napoleon te zijn. En waar de resterende psychiaters en therapeuten onvoldoende zijn ingesteld op jongeren met een psychosociaal probleem.
Geen nood. Inmiddels is duidelijk dat mijn kwetsbare petekind zo snel mogelijk naar huis mag. Of eigenlijk moet. Gewoon. Door normaal te doen en geen zelfmoord te plegen. Het is volgens haar nieuwe ‘hulpverleners’ de beste oplossing. En, niet onbelangrijk, de goedkoopste. Geniaal. Dat niemand daar eerder op is gekomen.
Ik moest er even aan denken toen ik afgelopen week las dat Nederland ’s werelds drie na rijkste land is.
Bezorgde groet,
Dank.