De laatste keer dat ik een katholieke kerkdienst bijwoonde was na de zelfmoord van een kennis. Hoewel die totaal niets voelde voor welk geloof dan ook – hij had zelfs drie zessen op zijn lijf laten tatoeëren, symbool van de Antichrist –, besloot zijn familie dat de uitvaart moest plaatsvinden via de Zaandamse Bonifatiuskerk. Volgens mij hoorde ik de ontslapene lachen in zijn kist toen de geld inzamelende koster tijdens de mis onderuit ging en de munten kletterend door het godshuis vlogen.
De voorlaatste dienst die ik bezocht was in het oerwoud van Kameroen. Na afloop vertelde een missionaris bij wie ik logeerde dat hij en zijn collega’s de plaatselijke bewoners op verzoek gul voorzagen van condooms. Toen ik verbaasd vroeg of dat geen moeilijkheden gaf met zijn opperbaas in het Vaticaan kreeg ik een pragmatisch antwoord: “Och, die paus is zo ver weg.”
Ik moet er nog wel eens aan terugdenken wanneer de zoveelste bisschoppensynode voor de zoveelste keer achterlijke standpunten herbevestigt over vrouwen, homo’s, dood en seksualiteit. Volgens de heilige moederkerk zijn de eigen inzichten eeuwig en onfeilbaar. Gelukkig denkt de vermeende achterban daar regelmatig anders over.