Een liefdevolle schets van de Zaanstreek, in 32 dagelijkse afleveringen. Vandaag deel 23.
Al meer dan een kwart eeuw hollen ergens in september tienduizenden mannen en vrouwen van de Prins Hendrikkade in Amsterdam naar de Peperstraat in Zaandam. Dat roept vragen op. Zoals: waarom heet dit evenement ‘Dam tot Damloop’ en niet ‘Kade tot Straatloop’? En waarom tegen betaling van bijna twee tientjes gemiddeld anderhalf uur en 16,1 kilometer rennen als de trein binnen vijftien minuten en tegen een veel lager tarief van Zaandam naar Amsterdam rijdt?
Om met vraag 1 te beginnen: bij de oudste editie, in 1985, werd wel degelijk gestart en geëindigd op de beide Dammen. Maar omdat er inmiddels 40.000 hardlopers en minstens zoveel toeschouwers zijn, past dat niet meer.
De vraag naar het waarom is ook simpel te beantwoorden. De Dam tot Damloop is het grootste Nederlandse hardloopevenement. Daar wil je dus aan meegedaan hebben, al is het maar eens in je leven.
Overigens, de echte allereerste Dam tot Damloop vond in 1959 plaats. De gemeenten Zaandam en Amsterdam wilden destijds met behulp van een ludiek evenement bewerkstelligen dat de Coentunnel snel werd aangelegd. Valsspelen was toen nog toegestaan en dus staken prominenten als zangeres Teddy Scholten (‘Een beetje’), tekenaar Opland (‘Kernwapens de wereld uit’) en dichter Simon Vinkenoog (‘Een wietje’) op allerlei manieren zo snel mogelijk het Noordzeekanaal over. Winnaar werd overigens Wout Bruynzeel, die er in een geleende speedboot 10 minuten en 25 seconden over deed. Daar kon zelfs de NS niet tegenop.
Niet iedereen haalde de finish