Ik had het natuurlijk kunnen afleiden uit die huis-aan-huis verspreide brief, alweer maanden terug. Weggestopt in een bijzin stond daar iets over het plaatselijk groen en de noodzaak tot bezuinigen. Maar de twee plantsoenen in kwestie waren pas luttele jaren terug helemaal opnieuw ingericht met lavendel, prachtige bloemen en kleurige struikjes. Bovendien was slechts een paar weken geleden op die hoek, waar de Provincialeweg, Houthavenkade en Havenstraat bij elkaar komen, een groenmedewerker aan het schoffelen geweest. Liefdevol verwijderde hij het opkomende onkruid en verluchtigde hij de aarde, net als eerdere tuiniers dat deden. De lente kwam er aan, de flora verkeerde in de illusie opnieuw haar kunsten te kunnen etaleren. Niets stond een uitbundig voorjaar in de weg.
Vorige week verscheen er opeens een andere man in die plantsoentjes, eentje met grof geschut. Binnen de kortste keren was alles wat groeide en bloeide uit de grond gerukt. Alleen de aarde mocht blijven. Het geld had het opnieuw gewonnen van de schoonheid, hoe bescheiden ook op die plek.
Personen die in Nederland de openbare beplanting vernielen en daarbij worden betrapt, krijgen in de regel straf. Wat voor sanctie staat er eigenlijk op gemeentelijk vandalisme?
