In het Amsterdamse restaurant De Bak klonk verdomd aardige muziek. Ik vroeg de dienstdoende ober van welke band hij een lp – inderdaad, het is een tijdje terug – had opgezet. Hij legde vaderlijk zijn hand op mijn schouder en sprak de onsterfelijke woorden: “Jongen, dit zijn nu The Rolling Stones.” Het was de tijd dat ik nog poprecensies schreef, dus het hoongelach aan de eettafel overschreed de honderd decibel. Ik had blijkbaar iets gemist.
The Beatles hadden altijd al mijn voorkeur boven de bluesverbouwers van de Stones. Maar omdat het groepje van John, Paul, George en Ringo ruim voor mijn verwekking werd opgericht en alweer ter ziele was toen ik nog op de lagere school zat, ging de Beatlemania grotendeels langs me heen. Het blijft een onherstelbaar gemis in mijn leven.
Afgelopen weekend speelden The Analogues in het Zaantheater. Na afloop zag ik nog net hun immense vrachtwagen vol instrumenten de Hogendijk verlaten. Twee dagen later las ik dat het hier een band betrof die het album Magical Mystery Tour plus een aantal Beatles-hits zo getrouw mogelijk naspeelde. “Beangstigend goed”, schreef een recensent. “Muziek als de beste drugs.”
Blijkbaar had ik alweer iets gemist.