Voor me zie ik de buurvrouw op haar scooter uit het zicht verdwijnen. Ze trekt haar op een bescheiden fiets gezeten zoontje met zich mee. Automatisch gaan mijn gedachten jaren terug, naar de Wormerveerse Wandelweg. Daar fietsend werd ik ingehaald door twee vriendinnen in de middelbare-schoolleeftijd. De ene bereed een brommer, de ander een fiets. Zoals mijn buurvrouw haar kind meesleepte, zo maakte de fietsende vriendin gebruik van de motorkracht naast haar. Dat ging mis toen een fietstrapper de brommerspaken aantikte. Opeens vloog er een meisje door de lucht. Een seconde later lag er een kreunende brommerrijdster op de klinkers.
Terwijl iemand een ambulance bestelde, belde ik de ouders van het slachtoffer. Haar vader nam op. Ik vertelde voorzichtig dat zijn dochter hard onderuit was gegaan. Zijn reactie was verrassend: “Is de brommer nog heel?” “De brommer wel, maar uw dochter helaas niet”, kon ik alleen maar antwoorden. Het leek er niet toe te doen. Ik moest begrijpen dat de brommer een verjaarskado was en het verschrikkelijk zou zijn als die nu al schade had opgelopen.
Toen ik eindelijk kon ophangen had ik zin om een stevige deuk in het ding te trappen.
Vreemde vaderliefde …..
Verwonderde groet,