Exact zeventig jaar geleden werd de Centrale Veiligheidsdienst opgericht, een voorloper van de AIVD. De werkzaamheden toen waren even mistig als die van de huidige geheime dienst. Stukje bij beetje krijgen we nu zicht op de CVD-miskleunen. Zo werden deze maand wat details openbaar over het bespioneren van het Doopsgezind Vredesbureau, dat zich na de bevrijding van Nederland inzette tegen nieuw oorlogsgeweld.
Grote man bij deze christelijk-pacifistische beweging was de in Zaandam opgegroeide Cor Inja (1903-1989). Inja had zich tijdens de Tweede Wereldoorlog op geweldloze, maar effectieve wijze gekeerd tegen de Duitse overheersing en ageerde na 1945 op even vreedzame wijze tegen onder meer de politionele acties in Nederlands-Indië. Dat was voor de CVD voldoende om Inja permanent te beloeren en belasteren. “Aangenomen wordt dat hij sympathie heeft voor het communisme”, lees ik in een even geheim als onjuist CVD-rapport. “Deze conclusie is getrokken uit het feit dat hij onlangs heftig van leer trok tegen een voorstel om communisten uit de gemeenschap van oud-illegale werkers te zetten.”
Je zou willen dat de overheid een fractie van het inlichtingengeld stak in een onafhankelijk onderzoek naar de eigen misdaden in Indonesië, in plaats van nog altijd onschuldigen te beschadigen.
Instemmende groet,
Mensen in hokjes plaatsen is en blijft een gevaarlijke zaak, waar al heel wat mensen de dupe van zijn geworden, zoals ik uit je verhaal opmaak ook Cor Inja.