Op 30 september 2017 jongstleden slingerde ik deze tweet de wereld in:
Vandaag werd bekend dat Barbara staatssecretaris van Defensie wordt. De defensieportefeuille verrast me (ze is nu in de Tweede Kamer VVD-woordvoerster verkeer), het staatssecretariaat niet. Sterker, in 2008 en 2009 heb ik het er meermalen met Barbara over gehad.
Tussen 2006 en 2010 zaten Barbara en ik in de gemeenteraad van Zaanstad. Het was toen traditie om met een paar raadsleden na de commissie- en raadsvergaderingen te gaan borrelen, een gewoonte die we jarenlang hebben volgehouden. Dat gebeurde meestal bij de Chow Chow Bar aan de Zaandamse Hogendijk, maar ik kan me ook nog wel herinneren dat we met z’n drieën (GroenLinks-raadslid Saskia Hille was een andere vaste waarde) gingen poolbiljarten op de Westzijde, vlakbij Barbara’s woning. De gesprekken gingen tijdens die nogal eens tot sluitingstijd voortdurende uitstapjes over van alles; van relaties tot politiek en van Kroatische waterpoloërs tot het gezamenlijke kennissenbestand. Daarbij bleef Barbara overigens in alle opzichten nuchter; barkeeper Fred heeft haar weinig alcohol weten te slijten. (De anderen, op Saskia na, compenseerden dat overigens ruimschoots.)
Bij enkele van die steevast aangename ontmoetingen hadden we het over Barbara’s mogelijke toekomst. Er was een kansje dat ze zou terugkeren naar haar geboorteland Kroatië, maar waarschijnlijk was mijns inziens dat ze achtereenvolgens wethouder, Kamerlid en staatssecretaris zou worden. Barbara hoorde de speculaties aan en zweeg meestal, een gebeitelde glimlach om de lippen.
Heel moeilijk vond ik het uitstippelen van haar voorliggende jaren niet. Barbara -‘Babs’ voor intimi- had alles wat haar geschikt maakte voor een snelle carrière. Waar Saskia en ik naar hartenlust roddelden, hield Barbara discreet haar mond. Ze trad als beste raadslid van haar fractie naar voren en maakte daarbij geen fouten. Ze wist als fractievoorzitter haar nogal wankelmoedige partijgenoten bijeen te houden. Ze riep geen grote weerstand op bij de rest van de gemeenteraad (iets wat ze als wethouder wist te continueren). Ze vertoonde geen geldingsdrang, en al helemaal niet ten koste van derden. En ze volgde braaf de liberale partijlijn, zonder al te veel naar de linker- of rechtervleugel te buigen. Barbara Visser was, zeg maar, het tegenovergestelde van de huidige liberale fractievoorzitter in de gemeenteraad, Gerard Ram. En daarmee bezat ze alle kwaliteiten die een VVD-staatssecretaris nodig heeft.
Een van de weinige zaken waar Barbara zich in het café wèl hartstochtelijk over uitsprak – en waar ik me, in tegenstelling tot veel van haar andere politieke keuzes, in kon vinden- was de verderfelijkheid van de communistische praxis. Als kind had ze in Kroatië gezien en gehoord wat Tito en diens opvolgers teweegbrachten. Haar familie en vrienden waren getroffen door, zoals ze het zelf noemde, een ‘giftig mengsel’ van communisme en nationalisme. Het was voor haar een belangrijk motief om liberale politiek te gaan bedrijven.
Ik kan me vergissen, maar volgens mij hebben we met Barbara Visser voor het eerst sinds 1948 -PvdA’er Joris in ’t Veld- weer een Zaandamse vertegenwoordiger in het kabinet. Barbara Visser op defensie. Kim Jong-un, Raúl Castro en Xi Jinping mogen wel oppassen.
Als Barbara Visser al de kwaliteiten heeft die je hier opnoemt, zou ze wel eens een hele goede Staarssecretaris van Defensie kunnen worden. De toekomst zal het uitwijzen, geen makkelijke job denk ik. Veel succes Barbara Visser!