De navel van de gemeenteraad

De bewoners zaten al uren op de publieke tribune van het gemeentehuis in Zaanstad. Ze zagen en hoorden hoe de volksvertegenwoordigers langdurig spraken over hun reglement van orde. Amendementen en moties over het verplaatsen van komma’s in de regeltjes voor raadsleden passeerden de revue. Af en toe was er een schorsing, omdat fracties met elkaar wilden overleggen.
Voor en na de reglementbespreking ging het ook al over interne zaken. Er was een oud-raadslid overleden dat herdacht werd. En er werd een wethouder in het zonnetje gezet. Hij kreeg een koninklijke onderscheiding omdat hij meer dan twaalf jaar op het pluche was blijven zitten.
Inmiddels was het half elf geweest. De bewoners begonnen moe te worden. Morgen was het weer vroeg dag, maar de raadsvergadering leek nog lang te gaan duren. Nu was de vraag aan de orde of er op de Westzijde 30 of 50 mocht worden gereden. Best belangrijk. Alleen hadden de raadsleden daarover een half jaar terug ook al gedebatteerd. Dezelfde motie als destijds werd nogmaals ingediend. Hoewel duidelijk was dat dit voorstel een meerderheid had, wilde zo ongeveer iedereen er nog iets over zeggen. Waarna het besluit viel om de motie in te trekken. Er moest eerst nog onderzoek plaatsvinden naar de voors en tegens.
De burgers op de tribune keken met steeds kleiner wordende oogjes om zich heen. Wie waren al die raadsleden eigenlijk? Van de helft kon je alleen de ruggen zien en bij de andere helft waren de naambordjes zo klein dat je ze niet kon lezen. Zelfs de partijnaam was te bescheiden afgedrukt om te kunnen zien. Bovendien was het zaalgeluid zo afgesteld dat je soms fragmenten miste.
Het was de burgers eerder al opgevallen dat de raadsleden ook op andere manieren lastig te bereiken bleken. Voorheen stonden ze met hun adressen in de gemeentegids. Die gids was inmiddels afgeschaft. Op de gemeentelijke website stonden ze nog wel, maar zelfs hun woonplaats bleef daar geheim. Er resteerde alleen een mailadres om contact te leggen. Hoe zouden mensen zonder internet dat toch doen?
Het was inmiddels elf uur geweest. Nu was het toch bijna de beurt aan hún onderwerp, de mogelijke wijziging van hun straatnaam. Alleen diende er eerst nog een motie te worden behandeld over alweer een interne aangelegenheid. De vraag was of de gemeentelijke cateraar wel of niet hapjes met of zonder vlees mocht serveren. En of die vegetarische hapjes dan ook veganistisch moesten zijn. Er werd nog even gekibbeld en vervolgens opnieuw gestemd, omdat de wethouder iets toezegde en ook weer niet.
Kwart over elf. De bewoners gingen rechtop zitten. Zou het eindelijk gebeuren? Kwam de vraag aan bod of hun straatnaam werd veranderd?
De vergadervoorzitter zette zijn microfoon aan. Het was al laat, zei hij. Hij stelde voor om de motie over de straatnaam de volgende keer op de agenda te zetten. Eén voor één lieten de fractievoorzitters weten het daar mee eens te zijn. Eentje zei nog wel dat hij het sneu vond voor de mensen op de publieke tribune, die al die tijd voor niets hadden gewacht. Daarna was de vergadering afgelopen en mocht iedereen naar huis.
De bewoners trokken hun jassen aan en liepen de lange trap af naar de uitgang. Ze waren moe. Ze waren verdrietig. En ze waren eigenlijk ook wel een beetje kwaad. 
Hoe noemden die politici dat ook alweer? Iets met een kloof en burgers en politiek?

0 gedachten over “De navel van de gemeenteraad”

  1. Afschaffen die poppenkast. Waar blijven toch die broodnodige moderniseringen? Is er dan totaal geen zelfreflectie, zelfs niet van degene met een beetje inhoud? Zielig.

  2. Wat erg en evengoed een prima verslag Erik. Dank daarvoor. Ik hoop dat deze burgers er van leren dat het er echt toe doet waarop je stemt en het meenemen naar over een paar jaar. Groeten Anne

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *