Gleufhoeden! De actviteiten van BVD en PID in de Zaanstreek (5 en slot)

In 1991 publiceerde ik de brochure Gleufhoeden!, over de werkzaamheden van de Binnenlandse Veiligheidsdienst en Politieke Inlichtingendienst in de Zaanstreek. De BVD werd de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de PID veranderde in de Regionale Inlichtingendienst (RID), maar in de basis bleven hun werkzaamheden gelijk. De geheime dienst verzamelt inlichtingen voor de overheid. En soms ook tegen de eigen bevolking.
Gleufhoeden! is al vele jaren uitverkocht. Ter lering ende vermaeck plaats ik hier de vijf belangrijkste hoofdstukken, aangevuld met wat nieuwe weetjes. Hoofdstuk 5 (slot): ‘Het zijn geen padvinders.’

Het vraaggesprek vindt plaats in de restauratie van NS-station Zaandam. Sjoerd Bos is op zijn hoede, maar gaat wel in op de vragen over zijn langdurige dienstverband bij de politie, en met name bij de Politieke Inlichtingendienst. Een organisatie die hij ondanks alles wat hem is toebedeeld een warm hart toedraagt.
Bos: ‘Ik heb weinig vertrouwen in de mensen en groeperingen die vrede en democratie verkondigen en vervolgens iedereen vermoorden die het met hun stellingen niet eens is. En dat slaat zowel op links als op rechts.’ De Oud-PID’er wil duidelijk maken dat hij niets heeft tegen inlichtingendiensten. Integendeel zelfs, BVD en PID zijn broodnodig. Alleen moet de overheid volgens hem iets doen aan de uitwassen. Er dient democratische controle te komen, zoals die bijvoorbeeld in Canada al bestaat. Dáárom vooral heeft hij zijn verhaal verteld in Nieuwe Revu en niet, zoals commissaris De Vries zei, uit ‘pure frustratie’. Bos: ‘Ik weet dat de PID in ZAanstad nog steeds functioneert als in het verleden. En dan kan De Vries wel beweren dat er niets onwettigs gebeurt, maar hij weet absoluut niet wat de dienst doet.’
-De BVD zal niet blij geweest zijn met uw onthullingen in Nieuwe Revu.
‘Ik heb van hen de nodige dreigementen thuis gehad. Ik kreeg een brief uit Den Haag waarin mij mogelijke strafbare feiten werden aangewreven. Met de officier van justitie heb ik er contact over gehad. Die zei: “Als u zich aan de wet houdt, vervolgen wij u niet.” Welnu, ik denk dat ik me aan de wet heb gehouden.’
-Hoe bent u bij de PID terechtgekomen?
‘Ik ben in ’72 voor de club in Den Haag gaan werken.’ (Bos heeft het consequent over ‘de club’ als hij de BVD bedoelt.) ‘Toen ben ik door de heren aangeboord. Ik was destijds rechercheman en Molukken-expert, zoals men dat noemde. Dat deed ik op een gegeven moment blijkbaar zo goed dat ik gevraagd werd door de club.’
-Hoeveel mensen werkten er bij de PID-Zaanstad?
‘In Wormerveer vier. Dat was voor de samenvoeging van de Zaangemeenten in 1974. Daarna, vanaf ’75, werkten in Zaanstad zeven PID’ers. En dat is tussen ’75 en plusminus ’81 zo gebleven.’
-De Vries zegt dat er maximaal vier mensen bij de PID hebben gewerkt.
‘Wat De Vries zegt interesseert me niet zoveel. Ik kan nog wel tot tien tellen. Ik kan de namen van die mensen geven, maar dat heeft weinig zin. Ik zal wat beginletters van namen noemen, dan heeft u een idee. Naast mezelf was er nog een B., ik had H., J. en C. Er was een juffrouw. Er liep nog iemand rond met een grote baard, waarvan ik de naam even kwijt ben. En ga zo maar door.’
-Werd er in de tijd dat u voor de PID werkte al minder aandacht besteed aan de CPN?
‘Nee, in mijn tijd nog niet.’
-In 1982 schijnt minister Rood opdracht te hebben gegeven de CPN niet langer in de gaten te houden.
‘Dat is niet waar. Die opdracht ken ik helemaal niet. Als-ie bestond, had ik hem ongetwijfeld gekend. Er moesten in ’84/’85 nog informanten bij de CPN gerund worden.’

Sjoerd Bos

ETA

-Het verbaast me. De CPN heeft haar revolutieplannen al tientallen jaren geleden laten vallen. De partij riep af en toe op tot een staking, maar daar bleef het wel bij. Ze waren toch niet staatsgevaarlijk?
‘Ook dat is niet waar. Ik zal u in het kort iets vertellen. Je hebt de ETA, de IRA, de RAF, de CCC. In Nederland had je de Rode Jeugd en de Rode Hulp. Er waren -laat ik het heel voorzichtig zeggen- binnen de kraakbeweging verschillende figuren die daar contact mee hadden en hebben. Je had het Zuidmoluks Bevrijdingsfront, waarvan iedereen dacht dat ze op een Vrije Molukken uit waren. Maar dat Bevrijdingsfront had nauwe contacten met de Rode Hulp, ETA, IRA en noem maar op. Nu, de CPN was ook actief. Met name binnen het Zuidmoluks Bevrijdingsfront. Als vijftien Nederlanders, waaronder een aantal van het Bevrijdingsfront, naar Zuid-Jemen gaan voor een terroristenopleiding, als ze daar van Russische en Cubaanse instructeurs onderricht krijgen, is het dan toeval dat prominente CPN’ers naar het Oostblok gaan? Ik praat over de jaren zeventig, begin jaren tachtig. Ik denk dat het terecht is dat een inlichtingendienst voor dat soort figuren belangstelling krijgt en heeft. Je kunt net doen of het Medisch-Juridisch Comité -waar mr. Bakker-Schut zitting in had- een heel onschuldige beweging is, maar de praktijk heeft uitgewezen dat het dat niet was. Er zijn aanslagen gepleegd, in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Nijmegen onder andere.’
-Waarom werd iemand als (de toenmalige CPN-wethouder in Zaanstad) Wim Nieuwenhuijse afgeluisterd?
‘Nieuwenhuijse verbleef regelmatig in Oost-Duitsland. Daar was men nieuwsgierig naar. De BVD wilde informatie over hem hebben en dus werd hij getapt. En wij (de PID-Zaanstad) verzamelden tegelijkertijd informatie over hem en andere mensen.’
-Hoe ging het afluisteren in z’n werk?
‘Het aftappen in Zaanstad was zuiver crimineel. In Zaanstad zelf werd niet afgeluisterd voor politieke doeleinden, want Jan en alleman zou dan kunnen meeluisteren. De politieke taps gebeurden in Den Haag. Zij hadden er ook de mensen voor. Als wij iemand afgeluisterd wilden hebben, ging er een telefoontje naar Den Haag met het verzoek die persoon af te tappen. En Den Haag kon natuurlijk ook op eigen houtje iemand afluisteren. Het is de vraag of de BVD het altijd aan ons doorgaf als ze iemand hadden afgetapt.’
-Hoe vaak werd er afgeluisterd?
‘Met de regelmaat van de klok. CPN’ers, krakers of zomaar iemand waarnaar de PID nieuwsgierig was.’

Lex Hester komt ter sprake. Bos weigert toe te geven dat Lex en de informant die hij meerdere malen noemt in Nieuwe Revu dezelfde persoon zijn. In een brief die hij enkele weken voor het interview heeft verstuurd, geeft Bos aan waarom hij Lex’ naam niet noemt. ‘Door de identiteit bekend te maken van BVD-informanten zou u zich schuldig kunnen maken aan een misdrijf tegen de veiligheid van de Staat, als bedoeld in artikel 98 en verder van het Wetboek van Strafrecht.’ Tegen het beantwoorden van vragen over Lex heeft Bos desondanks geen bezwaar.
-Hoe is het contact tussen Lex en u ontstaan?
‘Ik kende hem binnen de criminele sfeer, al voor 1978. Het was een hele aardige krullenjongen die aan lager wal was geraakt. Hij was vrij intelligent, had een vlotte babbel. Hij heeft een aantal behoorlijke klussen geklaard. Op een gegeven moment werd ik ’s nachts door hem gebeld. Hij zat in de gevangenis, maar had op dat moment proefverlof. In die gevangenis zat de prominente leider van een club waarvoor wij belangstelling hadden. En die twee waren bevriend geraakt. Lex belde of ik geïnteresseerd was in informatie over die man. Dat was ik.’
-Was binnen het politiekorps bekend dat Lex informant was?
‘Nee. [Hoofdcommissaris] Prakken wist er ook niets van.’

CCC

-Wat was het nut van die inbraak in Vlietsend 20?
‘De papieren uit het Vlietsend waren niet alleen van de RAF, maar ook van de CCC. Met name de ideologie van die laatste club werd daarin heel nauwkeurig beschreven. En dat was groot nieuws, want daar wisten we toen niets vanaf. Ik weet ook wie die papieren heeft samengesteld. Ik zou daar hele verhalen over kunnen vertellen.’
-Iemand uit de linkse beweging?
‘Ja.’
– Iemand van de CC?
‘Nee, nee. Het was een jongedame die dat op papier had gezet. Ze studeerde toen in Amsterdam en had hele nauwe contacten met de CCC en de RAF. Maar haar naam noem ik niet.’
[Het verhaal van Bos is wat vreemd, omdat de CCC ten tijde van de inbraak in het Vlietsend nog niet actief was. Pas in 1984 pleegde de Belgische groepering haar eerste aanslag. In hetzelfde jaar maakte de CCC haar ideologische achtergrond bekend.]
-Hoeveel verdiende Lex met zijn inbraak in het Vlietsend-pand?
‘Precies weet ik het niet meer, maar het zal in ieder geval vijfhonderd gulden geweest zijn.’
-Lex brak ook in bij Witco Chemical.
‘U zegt het. Ik weet het niet. Kijk, u moet het zo zien dat een inlichtingendienst zich natuurlijk niet bedient van dominees, aankomende pastoors en Jehova’s Getuigen. Het zijn geen padvinders.’
-Lex wilde ook nog wel eens iets in brand steken. Niet alleen die flat die uw eigendom is geweest, maar bijvoorbeeld ook de AMRO-bank in Krommenie.’
‘Ja.’
-Was dat bekend bij de PID?
‘Ja.’
-Tegen een jongen uit zijn omgeving zegt Lex vervolgens dat hij dat deed omdat die bank onderdeel was van het kapitalistische systeem.
Bos lacht. ‘Tja.’
-Gebeurt zo’n brandstichting in opdracht van de PID?
‘Nee, nee. Dat zeker niet.’
-Ik snap Lex’ motieven niet om zoiets te doen.
‘Die man was hondsbrutaal. Hij nam nogal wat risico’s. Ik weet van één keer dat het uit de klauwen liep, dat ze hem op de korrel hadden binnen een bepaalde groep. Toen heb ik het zoeklicht op een ander laten schijnen, en was Lex weer uit beeld. Maar zo werkte hij dus, ja.’
-U bedoelt dat hij door een linkse groepering er van werd verdacht voor de inlichtingendienst te werken?’
‘Ja.’
-En vervolgens heeft u een afleidingsmanoeuvre toegepast?
‘Ja. Toen heeft een ander een tijdje moeten onderduiken.’ Bos lacht nogmaals. ‘Die jongen was volkomen onschuldig. Dat deed ik dus om Lex af te schermen.’
-Lex had een nogal tweeslachtige houding. Enerzijds gooit hij brandbommen naar binnen bij een bank en breekt hij in bij Witco, anderzijds verlinkt hij mensen die bij allerlei acties betrokken zijn.’
‘Hij kan zichzelf hebben willen waarmaken bij de club waarvoor hij actief was. Bij, laten we zeggen, de groeperingen die anti-kapitalistisch denken. Zo’n steen door een bankruit gaat er dan in als koek. Daar verstevig je je positie mee. En bij de politie hoeft niet altijd duidelijk te worden dat hij zoiets gedaan heeft.’
-Hij is opgepakt tijdens die inbraak bij Witco.
‘Daar heeft-ie pech gehad. Ik heb achteraf ook wel dingen over hem gehoord waarvan ik denk: “Daar zal hij wel een bedoeling mee hebben gehad.” Die jongen heeft in geweldige tweestrijd geleefd. Hij heeft mij wel eens gevraagd: “Jullie liquideren ook wel eens mensen, hè?” Toen was hij echt bang. Ik heb hem gezegd dat hij hier, in Nederland, dat gevaar niet liep.’


Info

-In haar jaarverslag spreekt de Centrale Recherche Informatiedienst over een Europees terreurfront. Voor een deel zou haar informatie gebaseerd kunnen zijn op Lex’ blad ’t Info. Kan de CRI misschien de teksten voor dat blad hebben geleverd?
‘Tja, hoe komt Lex aan die teksten? Er is op Clingendael vastgesteld dat hij het niet zelf gedaan heeft. Ze hebben én hem én de tekst bestudeerd en vervolgens uitgesloten dat hij dat blad heeft kunnen samenstellen, gezien zijn intelligentie. Interessant is dan natuurlijk de vraag wie het wel heeft gedaan. En als het de CRI niet is, waarom hebben ze er dan niet een enorme belangstelling voor en gaan ze niet vaststellen wie er wel bij betrokken is. Maar er is geen enkele belangstelling van die zijde.’
[Volgens Bos heeft een journalist aan Clingendael gevraagd ’t Info te onderzoeken. Maar volgens de betrokken journalist is daar geen sprake van. De oud-PID’er lijkt hier fictie en feiten door elkaar te halen.]
Bos laat doorschemeren het niet meer dan logisch te vinden dat Lex in december 1990 is opgepakt. Volgens hem was Lex ‘aangebrand’ en wilde de CRI na zijn ontmaskering waarschijnlijk het risico vermijden dat hij zijn mond voorbij zou praten. ‘Als het allemaal waar is van ’t Info en het aanbieden van explosieven door Lex, dan zou je je kunnen voorstellen dat zo’n CRI denkt: “Laten we die kerel maar oppakken.”‘
-Kan de CRI regelen dat informanten niet worden vervolgd voor door hen gepleegde misdrijven?
‘Je kan wel eens wat door de vingers zien, maar niet elke keer. Natuurlijk is het mogelijk, als het om misdrijven gaat, wel eens iets door de vingers te zien. Wanneer het om twaalf misdrijven gaat, is het niet zo’n kunst er eens een te laten schieten. Als het niet te gek wordt tenminste.’
-Hoeveel informanten gebruikte de PID in uw tijd?
Bos begint hardop te tellen. ‘Elf in ieder geval. En dan nog wat randfiguren, medewerkers in de marge. Dat waren er een stuk of zes.’
-Waar waren die informanten actief?
‘Op allerlei plekken. Er werkte bijvoorbeeld iemand bij de PTT, op het hoofdpostkantoor in Zaandam. En we hadden iemand bij het PEN, het electriciteitsbedrijf. Dat was makkelijk, omdat die man door zijn beroep bij iedereen kon binnenkomen. Bij gemeentediensten zaten informanten. Dat was eveneens makkelijk. Daardoor hoefde ik me nooit meer rechtstreeks bij de gemeente te melden als ik informatie wilde. Een telefoontje was voortaan genoeg. Onder de bezorgers van De Waarheid zaten informanten. In de kraakbeweging. Enfin, ga zo maar door.’
-Waren er buiten Lex nog andere informanten actief in de Zaanse kraakbeweging?
‘Inderdaad. We hebben eens een ontruiming gehad van een kraakpand waar nogal veel problemen werden verwacht. Er waren barricades en na die ontruiming is ook met verfbommen gegooid en zijn er ruiten gesneuveld. Maar de ontruiming zelf is rustig verlopen. Onder andere omdat we van minuut tot minuut op de hoogte werden gehouden van de ontwikkelingen in dat pand, door de informant die we daar hadden zitten.’ Bos beaamt het niet, maar hij doelt op de Botenmakersstraat 133. Die gekraakte woning werd 29 juni 1981 ontruimd. Uit het jaarverslag over 1981 van de PID: ‘Het gekraakte pand aan de Botenmakersstraat was zwaar gebarricadeerd. Desondanks kon de woning, na goed overleg vooraf en door effektief optreden ter plaatse, snel worden betreden en ontruimd.’ De krakers dachten overigens al dat de politie pogingen deed te infiltreren. Uit dagblad De Typhoon van 29 juni: ‘Kraker Hans had het vermoeden dat “een zekere kraker Kees”, die regelmatig belde, dat namens de politie deed.’
-Zat er ook een informant in de gemeenteraad van Zaanstad?
‘Ja.’
-Wie?
‘Ik noem geen namen?’
-Van welke partij was hij of zij lid?
‘Dat zeg ik ook niet.’
-Wanneer was die informant lid van de raad?
‘Dat is een jaar of vier geweest, van 1977 tot plusminus 1981.’
-Hoe is het contact met dat raadslid tot stand gekomen?
‘We hebben hem opgebeld en gevraagd of hij zijn medewerking wilde verlenen. En dat wilde hij wel.’
-Is het gebeurd dat aan mensen is gevraagd hun buren, die betrokken waren bij de kraakbeweging, te bespioneren?
‘Dat kan prima. Er zijn krakers in de gaten gehouden.’


-Werden er vaak asielzoekers ingeschakeld als infiltranten?
‘In de jaren dat ik chef was is het vier, vijf keer gebeurd dat asielzoekers inlichtingen verzamelden en in ruil een verblijfsvergunning kregen. Asielzoekers zijn een makkelijke groep. Ze staan met hun rug tegen de muur. De meesten hebben dan niet zoveel bezwaren. Met een van die mensen heb ik trouwens nog steeds contact.’ Bos maakt een onderscheid tussen vluchtelingen en andere buitenlanders. ‘We hebben met succes een aantal Turken benaderd, in ieder geval meer dan vier keer. Dat was nodig omdat er een strijd gaande was tussen Grijze Wolven en linkse jongens. Die Turken zijn overigens meestal benaderd op verzoek van Den Haag. Ze werden dan ook vaak door de club in Den Haag gerund. Maar ik heb bijvoorbeeld ook wel eens iemand gehad die bij Palestijnse groepen kon binnenkomen.’
-Hoe was de samenwerking tussen de PID en de Vreemdelingendienst?
‘Die was uitstekend, net als met Justitie. Daarom waren die verblijfsvergunningen ook geen probleem.’
-En de samenwerking met het gemeentelijk Bevolkingsbureau?
‘Geen probleem. We konden alle gegevens krijgen die we wilden hebben.’

-In de tijd van de RARA-aanslagen werd de post van de PSP opengemaakt en vervolgens met een plakbandje dichtgeplakt of nog geopend afgeleverd. Komt dat u bekend voor?
‘Het kan. Het is na mijn tijd gebeurd. Toen werd ook wel post opengemaakt en gekopieerd, maar het werd daarna niet met een plakbandje weer afgesloten. Wij zorgden wel dat degene voor wie de brief bedoeld was er niets aan kon zien. Dat soort dingen vond plaats met behulp van de PTT.’
-De PID in Zaanstad overtrad de wet nogal eens.
‘Dat moest nu eenmaal om resultaten te krijgen. Ik zal u een voorbeeld geven. Op een gegeven moment, in ’79 of ’80, wilden drie jongens het hoofdbureau van politie in Zaandam opblaazen. Een van die jongens had een akkefietje met de recherche en wilde wraak nemen. Ze hadden spullen meegenomen uit het scheikundelokaal van de Professor van der Leeuw-mavo in Krommenie en daarmee een thermietbom gemaakt.’ [Brandbom bestaande uit aluminiumvijlsel en ijzeroxide.] ‘Er waren zelfs al proeven mee genomen in het Agathepark in Krommenie. Het was de bedoeling dat een van die jongens de bom in het toilet van het politiebureau zou leggen en een ander dat ding via radiografische afstandsbediening tot ontploffing zou brengen. Een informant tipte ons daarover.’ [Die informant was Lex Hester.] ‘Vervolgens zijn ze afgeluisterd en hebben we ingegrepen. We konden wel wachten tot ze een poging zouden doen die bom neer te leggen, maar dat was te riskant. En volgens de wet mochten we niets tegen ze doen, want we hadden geen bewijzen. Op een dag, toen de jongen bij wie die bom lag niet thuis was, hebben twee politiemannen zijn deur ingetrapt. Ze hebben de explosieven en wat papieren meegenomen. Die inbraak was op eigen risico, want er werd op onwettige wijze informatie verkregen. Maar we hadden weinig keus.’
-Die ene ingreep rechtvaardigt toch niet alle misstappen van de BVD en PID?
‘In theorie zijn de bevoegdheden van de BVD wettelijk geregeld. In de praktijk moet je buiten je boekje gaan. Het is te gek dat politiemensen zulke risico’s lopen, zonder wettelijk gedekt te zijn. Daarom pleit ik ook voor een betere wetgeving en een systeem van toezicht.’


Waardeer dit artikel

De content op deze website is in en uit principe gratis, maar het maken ervan kost wel geld. Vond je het de moeite waard? Laat het blijken met een kleine bijdrage en help bij het mogelijk maken van onafhankelijke artikelen.

ValutaBedrag





1 gedachte over “Gleufhoeden! De actviteiten van BVD en PID in de Zaanstreek (5 en slot)”

  1. Sorry, maar weet u dat de Politieke Inlichtingendienst PID zomaar ineens een hele tijd niet meer bestaan heeft.
    Als je het nu opzoekt heeft die alleen maar in Indië bestaan.
    Onze PID is nu opeens met terugwerkende kracht
    een Politie Inlichtingendienst, overgegaan in Regionale Inlichtingendiensten en uiteindelijk in de ID-WIV.
    Nog niet eens zo lang geleden stond de PID gewoon
    in het overzicht van de Nationale Politie, maar nu is
    deze inlichtingendienst met terugwerkende kracht
    weg, dus niet alleen uit ons land, maar zelfs uit
    onze Nederlandse geschiedenis.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *