Dat de Provobeweging in 1965 in Zaandam ontstond is geen nieuws. Dat Zaandam een jaar later aan de wieg stond van de protestpop is helaas weggezakt in het collectieve geheugen.
Het is deze week 55 jaar geleden dat de eerste en bij mijn weten enige Nacht van de Protestsong plaatsvond. Dat gebeurde op zondag 10 april 1966, in een circustent. Het festijn werd bijgewoond door -afhankelijk van de krant die er over schreef- duizend tot tweeduizend jongeren. En die tent stond op op een parkeerplaats bij het Zaanlands Lyceum in Zaandam.
Het betekende de geboorte van een nieuw muzikaal genre, het moderne protestlied. Dagblad Trouw: “De Nacht van de Protestsong op 10 april 1966, georganiseerd in een tent van Circus Boltini, is een soort startpunt, net op het moment dat ook Provo zich roert en de Nederlandse samenleving volop begint te veranderen. Boudewijn de Groot was een van de optredende artiesten en zong zijn gloednieuwe nummer Welterusten, mijnheer de president.”
Op de vuist
Auteur Laurens Ham begint Op de vuist (2020), zijn geboekstaafde overzicht van de Nederlandse protestmuziek, bij de Nacht van de Protestsong. Die was volgens hem inderdaad de aftrap van een nieuw genre, de protestpop. “Beseft het publiek al dat hier in de circustent van Boltini geschiedenis wordt geschreven?”, schetst hij de sfeer. “Want hoewel de beschaafd verlopen Nacht van de Protestsong te midden van de wereldwijd felle Vietnamprotesten en de ongrijpbare stunts van de Provobeweging in Amsterdam slechts een voetnoot zal worden in de geschiedschrijving van de jaren zestig, is het voor het eerst dat Nederlandstalige artiesten zich in het openbaar roeren met protestliedjes. Dit is bovendien een van de eerste gelegenheden, waarop Boudewijn de Groot zijn legendarische Welterusten, mijnheer de president voor een groot publiek live uitvoert. De avond verdient daarom een prominente plaats in de popmuziekgeschiedenis: dit is een van de vroegste momenten waarop een Nederlandstalig popliedje -niet een chanson, strijdlied of levenslied dus- wordt gebruikt om een politiek statement te maken.”
De Nacht was onderdeel van de ABC-mars, een vierdaags wandelprotest van Den Helder naar Amsterdam, gericht tegen atomaire, bacteriologische en chemische oorlogsvoering. Aan de mars deed een breed palet aan groeperingen mee, variërend van vredesorganisaties tot de Provobeweging.
Het Zaanse dagblad De Typhoon had, na er eerder al de nodige voorpubliciteit aan te hebben gegeven, twee verslaggevers op de ‘opmerkelijke wandeltocht’ gezet. Ze registreerden het ‘welkomsbord’ bij Krommeniedijk met de tekst ‘Pas op voor Provo’s’ en hadden zelf blijkbaar ook hun bedenkingen bij de deelnemers. “Het was sinister en indrukwekkend hen te zien naderen”, klonk het al in de aanhef van hun stuk. Ze signaleerden ‘dat enige demonstranten een korte broek, velen een baard, nog meer lang haar en bijna allen vreemde kleding droegen’.
Volgens de verslaggevers was er in de Zaanstreek weinig belangstelling voor de passanten. “Alleen bij het gemeentehuis in Wormerveer stond een kleine groep mensen op de demonstranten te wachten.” In die plaats beklommen ook enkele wandelaars met een zwarte vlag de gashouder.
Aan de tocht deden ook wat Zaankanters mee. De Typhoon noemde Rob Bregman en dienstweigeraar Bert Doets, beiden uit Zaandam, de Koogse ulo-leerling Arie Blokland (“Hij had last van blaren. ‘Ik wou dat ik thuis was gebleven.'”), de Krommenieër timmerman Pieter Bas en Ank Krom uit Wormerveer, een 19-jarige medewerkster van een reclamebureau. “‘D’r loopt zelfs een hond mee, ach jee, de arme ziel’, verzuchtte iemand, die hiervan meer onder de indruk was dan van tientallen hinkende en strompelende demonstranten.”
De Nacht van de Protestsong zou ‘het hoogtepunt van de ABC-mars’ worden, beloofde Het Vrije Volk al op 31 maart. En dat werd het ook, vond zelfs de Binnenlandse Veiligheidsdienst na afloop in een geheim dienstrapport (zie hierboven). Des te opvallender is het dat Roel van Duijn in zijn boek Provo. De geschiedenis van de provotarische beweging geen woord wijdde aan zowel de mars als aan de Nacht van de Protestsong. Wellicht omdat hij sinds 4 april wegens opruiing in de gevangenis verbleef en niets meekreeg van wat er in en om Zaandam gebeurde.
Militaire geheimen
De Binnenlandse Veiligheidsdienst had zich vooraf bezorgd getoond over de ABC-mars en de manifestatie in Zaandam. In een geheime ambtsnotitie is te lezen over ‘de uitgebreide en energieke propaganda’ die aan het protest ten grondslag lag, de betrokkenheid van de in Zaandam geboren en getogen Provo Rob Stolk en de overheidsangst dat er staatsgeheimen verspreid zouden worden. “Men overweegt nog steeds om tijdens de mars bepaalde militaire geheimen openbaar te maken.” Dat laatste gebeurde uiteindelijk niet, maar de schrik zat er in bij de staatsspionnen.
Aan de muzikale manifestatie naast het Zaanlands Lyceum deden protestzangers mee (Johanniek van der Molen, Martin Lodewijk, Maarten de Groot, Dick Poons, Peter Blanke en Alex Campbell, de Schotse ‘Godfather of all modern troubadours’.) Er waren sprekers en dichters (L.Th. Lehmann, Simon Vinkenoog, Gerrit Kouwenaar en de toen nog vrijwel onbekende Jules Deelder). Er klonk applaus voor een schriftelijke steunbetuiging van de wegens ziekte afwezige schrijver Victor van Vriesland. Het Vrije Volk: “En het dak vloog bijna van de tent toen Jef Last zijn korte gedicht voorlas: Wanneer de burgerij/zich even kwaad maakte/over de atoombom/als over de rookbommen/waren wij een stuk verder.” Het geheel werd aan elkaar gepraat door Cobi Schreijer. De vijf gulden entree was bestemd voor ontwikkelingsorganisatie Novib. En zelfs de toekijkende Zaandamse commissaris Albert Prakken (een heimelijke PSP’er) werd toegejuicht door het publiek, daar waar de Provo’s tien kilometer zuidelijker in elke agent een opponent zagen. Of toch niet? De Typhoon: “De politie in Alkmaar was beter”, klonk er uit het publiek.
Ook het concurrende regionale dagblad De Zaanlander hanteerde een licht-spottende toon: “Zelfs de man die -nieuwsgierig tot bij de ingang van de tent getreden- minachtend over ‘schorum’ sprak, zal niet tegen de vrede zijn. Zijn opmerking was waarschijnlijk gericht tegen de ietwat overdadig aandoende haardracht op hoofd en kin van vele deelnemers en op de niet zo conventionele kleding.”
‘Oorverdovende bijval’
Het blad Eva vatte in 1966 de fameuze manifestatie mooi samen. “Zaandam, tweede paasdag [het was overigens eerste Paasdag]. In een enorme circustent zijn 2000 mensen, meest jongeren, bijeen om de Nacht van de Protestsong mee te beleven. Zij zijn gekomen om te luisteren naar wat de bloem van Nederlands protestzangers heeft te vertellen. Daartussendoor lezen dichters als Lehmann en Vinkenoog verzen voor die passen bij het karakter van de avond, terwijl Jef Last, sterk in de gratie, ook nu weer groot succes oogst met korte gedichten en parabels. Maar het optreden van protestidool Boudewijn de Groot stelt al het voorgaande in de schaduw. Een ovationeel applaus bij opkomst dat zich aan het einde van ieder lied versterkt herhaalt. Tot slot zet hij, zacht getimbreerd en de gitaar licht beroerend, Welterusten, mijnheer de president in. Verder dan de eerste woorden komt hij voorlopig niet, want het enthousiasme over de herkenning ontlaadt zich in oorverdovende bijval. En na het laatste ‘slaap zacht’ wordt hij door gescandeerd applaus tot een herhaling gedwongen van zijn cynische aanval op Johnson. Een week later, tijdens een massabetoging tegen de Bom in de Amsterdamse oude RAI herhaalt zich dit alles, zo mogelijk nog heviger.”
Na zijn optreden bleef Boudewijn de Groot nog even in Zaandam. Voor een publiek van zo’n veertig man trad hij op in ‘coffeebar’ De Schuur, Parkstraat 8 (later zou daar coffeeshop The Squad komen). Hij bracht opnieuw Welterusten, mijnheer de president ten gehore. Het werd vastgelegd door een cameraman van het tv-programma Attentie. De NCRV zond een fragment van dat optreden, gecombineerd met beelden van de ABC-mars, de Nacht van de Protestsong en een vraaggesprekje met De Groot, enkele weken later uit op de Nederlandse televisie.
Het nieuwe lied van Boudewijn de Groot sloeg in Zaandam zelfs zo aan dat hij het dus twee keer achter elkaar moest zingen. Onmiddellijk na de Nacht van de Protestsong werd Welterusten, mijnheer de president (ondanks tegenwerking van platenmaatschappij Decca) op single uitgebracht. Het zou De Groots doorbraak betekenen. Het nummer bereikte eind mei 1966 de negende plaats van de top-40, ingeklemd tussen Frank Sinatra en Barbara Streisand. Het was een unicum: Nederlandstalig werk haalde in die tijd zelden de top-10 en protestsongs al helemaal niet.
Provo zou Provo niet zijn als er niet wat te klagen was. In hun maandblad repten de Provo’s Hans Mertz en Martijn Ananar van ‘een vervelend insidentje’. “Tom Venselaar, Provo, werd eenvoudig de microfoon geweigerd, nadat de gastvrouw had aangekondigd dat een ieder spontaan mee mocht doen. Hij moest het veld ruimen voor een verkrachte vertolking van Bob Dylan’s Don’t think twice. (…) Affijn, na afloop van de rumoerigheden werd gezamenlijk We shall overcome gezongen. We komen er wel overheen, wat mij betreft liever zonder gezag.”
Happening
Nog was het feest niet voorbij. Na afloop van de Nacht van de Protestsong gingen ‘we met zo’n 100 op happening beluste demonstranten door Zaandam, waar de kennismaking met Tsaar Peter werd hernieuwd. Aan deze happening werd in bescheiden mate bijgedragen door wat Zaanse klootjes die rondrijdend in een auto: “Jullie staan voor lul” schreeuwden. Deze slogan vond grote weerklank bij de heppeners.’ Na de manifestatie rond het Czaar Peterbeeld zochten ook de diehards hun slaapplaatsen op. De gemeente Zaandam had daartoe drie scholen beschikbaar gesteld.
Het festival haalde zelfs de Belgische pers (zie hiernaast de reactie van het rechts-radicale blad ’t Pallieterke). Gezien de media-aandacht, het enthousiasme en de grootschalige deelname aan dit onderdeel van de ABC-mars kon de Nacht van de Protestsong een doorslaand succes genoemd worden. En, met terugwerkende kracht, een mijpaal in de muziekgeschiedenis.
Bob Dylan
Het evenement had overigens met wat buitenlandse hulp nog veel legendarischer kunnen worden. Internationale coryfeeën als Joan Baez en Donovan waren uitgenodigd om op te treden, maar kwamen niet opdagen. Ook Bob Dylan sloeg de uitnodiging af. Het Vrije Volk: “Via Rob Stolk hadden ze ook Bob Dylan gevraagd, maar die schreef terug: ‘Mijn songs zijn te moeilijk voor een Europees publiek’.” Het was een merkwaardige smoes, aangezien hij uitgerekend in het voorjaar van 1966 bezig was met een tournee door onder meer Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland.
Eén ding verbaast me. Van de ABC-mars verschenen wat foto’s in de kranten. Maar van de Nacht van de Protestsong heb ik er slechts twee kunnen terugvinden, van het in de tent aanwezige publiek (zie hierboven en -onder de vage plaatjes). Er moet er meer zijn, want volgens De Typhoon maakten Derk Peeters, Gé Volger uit Wormer en Josef Heyne uit Krommenie foto’s die later als expositiemateriaal te zien waren in de Zaandamse coffeeshop De Schuur. Waar zou dat bijzondere materiaal gebleven zijn? Wie het weet, mag het zeggen via info@schaapschrijft.nl.
Update: Het Stadsarchief Amsterdam heeft ruim vijftig foto’s van de ABC-mars, gemaakt door de roemruchte fotograaf Cor Jaring. Waaronder minimaal twee die gemaakt zijn in de Zaanstreek.
Waardeer dit artikel
De content op deze website is in en uit principe gratis, maar het maken ervan kost wel geld. Vond je het de moeite waard? Laat het blijken met een kleine bijdrage en help bij het mogelijk maken van onafhankelijke artikelen.
“Ook Bob Dylan sloeg de uitnodiging af. Het Vrije Volk: “Via Rob Stolk hadden ze ook Bob Dylan gevraagd, maar die schreef terug: ‘Mijn songs zijn te moeilijk voor een Europees publiek’.” Het was een merkwaardige smoes, aangezien hij uitgerekend in het voorjaar van 1966 bezig was met een tournee door onder meer Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland.”
Ik geloof niet erg dat Bob Dylan zelf ’terugschreef’ en al helemaal niet wat hij dan zou hebben teruggeschreven (is daar bewijsmateriaal van?). Al was het maar omdat hij inderdaad op dat moment op tournee was door Europa. Waarbij hij overigens Nederland NIET heeft aangedaan (was het maar waar). Dylan kwam pas in 1978 voor het eerst naar ons land.
Dag Silvester,
Als ik lieg doe ik dat in commissie. Het is een letterlijk citaat uit Het Vrije Volk.
Dag Erik,
Weer een mooi stukje (protest)pophistorie met een Zaanse connectie! Ik heb hier nog nooit iets over gehoord van oudere betrokkenen of musici uit de Zaanstreek. Blijkbaar is er hier ‘geen herinnering meer aan’. Mooi dat het evenement nu weer onder de aandacht is gebracht door auteur Laurens Ham in zijn boek ‘Op De Vuist’. Ik heb inmiddels ook een pagina op website ‘Zaanse Pophistorie’ aangemaakt met ook een link naar jouw volledige artikel hier. Overigens trad Dylan in 1966 alweer op met een elektrische versterkte band (met ‘Judas’ concert in Engeland) en had hij de circus tent wellicht omver geblazen..
Dank en groet!
Rob Hendriks
Dank, Rob. Mooi dat dit gaatje nu ook op je site is gevuld. En hopelijk komen er nog wat reacties van oudere jongeren die erbij waren.
Beter laat dan nooit.
Ik hebeen 10 tal foto’s van die nacht en ook een paar van de aktie bij het Czr Peter monument.
neem contact op,
groeten
Pieter Boersma
En hier zien ze protestzanger Martin Lodewijk:|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Martin_Lodewijk#/media/Bestand:Striptekenaar_Martin_Lodewijk,_1965.jpg
Dank, Rob.