Hoe bang is Baudet voor homo’s?

Ik zag op een kandidatenlijst voor de komende gemeenteraadsverkiezingen de naam van een jonge man die jaren geleden een fikse taakstraf kreeg wegens racistische en homofobe uitingen. Hij was destijds ook nog eens betrokken bij een paar extreemrechtse organisaties. Anno 2022 valt zoiets nauwelijks nog op, in de zee van discriminerende partijen en uitingen die Nederland overspoelt. Aan de rechterkant van het politieke spectrum figureren momenteel tientallen bruine types. Het verrassende zit ‘m er vooral in dat bovengenoemd would-be raadslid een paar jaar na zijn veroordeling uit de kast kwam als homoseksueel. De worsteling met zowel zijn eigen als andermans seksuele voorkeur was blijkbaar voorbij.

Naainicht

Ik moest meteen denken aan Thierry Baudet. Afgelopen week maakte hij de journalist Chris Aalberts uit voor ‘naainicht’, een belediging die ik overigens in geen enkel woordenboek terugvond. In reactie liet de secretaris van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten weten dat Baudets persoonlijke aanval niet onbeantwoord mag blijven. Hij riep op tot ‘een kamerbreed signaal van afkeuring‘. Het zal de FvD-leider allemaal een worst wezen. Eerder al liet hij weten dat zijn partij alleen kan gedijen bij ophef, en die wist hij voor de zoveelste keer te creëren.

Aalberts was niet de eerste journalist die op zijn vermeende gerichtheid werd aangevallen. Ook parlementair verslaggever Joost Vullings moest het ontgelden. Eind augustus vorig jaar, midden in de coronapandemie, stak Baudet demonstratief zijn hand uit naar Vullings. Die beantwoordde de begroeting met een boks. “Maar dat wilde hij niet”, vertelde Vullings een paar dagen later in een podcast. “‘Homo’, zei hij meteen tegen me.” Toen een bezoeker van een FvD-rally korte tijd later om opheldering vroeg over het beledigen van Vullings, maakte Baudet het nog een graadje erger. “Ik had hem eigenlijk valse nicht moeten noemen”, was zijn reactie.

GeenStijl-homo’s

De scheldwoorden ‘nicht’ en ‘homo’ liggen Baudet in de mond bestorven. Hij betitelde Diederik Gommers onlangs op Twitter als een ‘aandachtsgeile nicht’. En zelfs Joost Niemöller – toch niet bepaald een FvD-hater – kreeg vorige week te lezen dat hij zijn ‘zilverlingen’ ontving ‘van de GeenStijl-homo’s’.

Misschien wel de eerste die Baudets homofobie benoemde, was schrijver/presentator Özcan Akyol. In het boek Mijn meningen zijn feiten staat hoe hij met Baudet en enkele anderen in 2015 voor een tv-programma naar Italië reisde. Door een boekingsfout moesten Baudet en Akyol een kamer delen. De laatste vertelde zijn medereizigers dat Baudet de bedden uit elkaar schoof en daartussen met behulp van de minibar, zijn koffer, het tv-meubel en het bureau een soort barricade opwierp. “Dit hier is mijn kant, dat de jouwe”, zei Baudet tegen de verbijsterde Akyol. De reden voor de boedelscheiding? “Ze moeten niet denken dat we homo zijn.”

Privé

De continue preoccupatie met de eigen sekse begint op te vallen. Daarin ben ik overigens niet de eerste. Vijf jaar geleden legde roddelblad Privé al aan Baudet voor dat ‘er wordt gefluisterd dat je van mannen houdt’. Baudet ontkende. Nu is Privé niet per definitie een betrouwbare bron. Maar er zijn er meer die twijfelden, zo blijkt uit dit tv-fragment. En het is een feit dat in het hoofdstedelijke LHBT-circuit al een tijdje verhalen de ronde doen over de mannen met wie Baudet het bed deelde. Wie weet komt hij toch nog op enig moment uit de kast.

Overigens; het would-be raadslid uit de eerste alinea spreekt zich nu op social media uit tegen homohaat. OK, dat is inmiddels een gevalletje eigenbelang. Toch is het te hopen dat ook Baudet ooit zover komt. Vanwege andermans of -daar is hij nu eenmaal veel beter in- eigenbelang.

Update (9-4-2022): Er heeft zich een oude lover van Thierry Baudet gemeld, oorlogscorrespondent Robert Dulmers. Hij zou een ‘affectieve relatie’ hebben gehad met de latere FvD-voorman. Wie volgt?