Twee van de drie Provo-oprichters hadden een Zaanse achtergrond. Roel van Duijn kwam oorspronkelijk uit Den Haag, Rob Stolk was een geboren en getogen Zaandammer. Maar wie kent de in Wormerveer werkzame Garmt Kroeze?
Meerdere Zaankanters waren betrokken bij de roemruchte Provobeweging of gaven daartoe zelfs de aanzet. Zaandammer Rob Stolk is alom bekend als medeoprichter van de actiegroep die medio jaren zestig Nederland op z’n kop zette. Maar kan het zijn dat de Provobeweging nog een stukje Zaanser was dan we al wisten?
Begin 1965 stuurt Rob Stolk namens de Anarchistische Werkgroep Zaanstreek een brief naar het blad De Vrije waarin hij meldt een anarchistisch jongerenblad te willen beginnen. Redacteur Roel van Duijn schrijft hem terug. Hij loopt rond met hetzelfde plan, meldt hij. Misschien kunnen ze hun krachten bundelen. Eind april of begin mei 1965 komt het tot een gesprek in café Luba, op de hoek van de Looiers- en Lijnbaansgracht in Amsterdam. Rob Stolk heeft twee Zaanse vrienden meegenomen, Van Duijn enkele Haagse en Amsterdamse kameraden. Ook Garmt Kroeze is van de partij.
Intellektualisties
Het komt niet onmiddellijk tot een samensmelting. Uit Van Duijns boek Provo. De geschiedenis van de provotarische beweging 1965-1967: “Met Rob en zijn groep, waarvan Garmt Kroeze de belangrijkste tekstschrijver was, konden wij niet meteen tot samenwerking komen omdat zij ons te intellektualisties vonden.” Stolk daarentegen meent dat Van Duijn arrogant is. “Hij stelde voor dat hij de hoofdredacteur zou worden en ik uitgever (administrateur, want ik was boekhouder). Dit vonden wij nou niet bepaald een anarchistisch uitgangspunt. Waarop wij besloten aanvankelijk onze eigen weg te gaan.”
De Anarchistische Werkgroep Zaanstreek brengt daarop in april 1965 het blad Barst uit. Van Duijn: “Het kan als een voorloper van Provo gezien worden; Rob, Garmt, Hans Tuynman en ik schreven het vol.” Dat van die Provo-voorloper klopt. Maar wie het colofon van Barst bekijkt – er verschijnt maar één nummer – ziet daarin naast Stolk en Kroeze alleen Sarah Duijs en Klaas de Vries staan. Hans Tuynman neemt een gedicht voor zijn rekening, Van Duijn levert een eerder op het Spinoza-Lyceum gehouden inleiding in. Het leeuwendeel van de teksten – drie stuks – komt van Garmt Kroeze; over de Binnenlandse Veiligheidsdienst (“Weg ermee”), de economie en de Portugese vliegtuigkaper annex antifascist Edgar da Silva Franco.
Heilige huisjes
Onder het kopje ‘Wat wij willen’ zet Kroeze de toon: “We willen heilige huisjes omver trappen, reine tempels bevuilen, oppositie bedrijven. We willen een barst zijn in deze gladde, de mens tot konsumptiemachine vernederende maatschappij, een barst die naar wij hopen zich spoedig zal verwijden tot een scheur, tot een breuk. Vanuit deze breuk willen wij, praktisch en nuchter en vooral zonder ethisch gezwijmel, gaan bouwen aan een wereld, waar bijvoorbeeld woorden als neuken, kut, lul, kapotje, godverdomme en dergelijke gewoon zijn, maar waar termen als oorlog, geweldpleging, militair, autoriteit, apartheid, diskriminatie, sociale ongelijkheid, effektenbeurs, geloof, etc. tot de uitermate vieze woorden worden gerekend.”
Kroeze kan, samen met Stolk en Van Duijn, worden gezien als grondlegger van de Provobeweging. Maar waar de twee laatsten keer op keer de publiciteit halen, blijft Kroeze een beetje op de achtergrond. Van Duijn: “Rob en Garmt sloten zich kort na het verschijnen van een stencil dat de verschijning van Provo aankondigde bij de Provo-groep aan.” Dat stencil ziet de wereld op 15 mei 1965. Op 8 juni stopt Stolk als boekhouder bij de Zaandamse garage Does. Tegen dagblad De Typhoon zegt hij de activiteiten van de Anarchistische Werkgroep Zaanstreek en Barst te willen laten aansluiten bij wat er in Amsterdam gebeurt. Hij neemt zijn intrek op de zolder van Karthuizerstraat 14. Een verdieping lager wonen Roel van Duijn en zijn vriendin Carla Kuit. Een maand later verschijnt Provo 1, het eerste van een serie ontregelende bladen.
In Provo 2 wordt de samenwerking tussen de Zaanse en de Amsterdamse tak wereldkundig gemaakt: “Mededelingen. De redaktie van Barst, het orgaan van de anarchistiese werkgroep zaanstreek, heeft besloten het uitgeven van een eigen blad te staken en voortaan ten nauwste samen te werken met provo.
Barst maar.
Rob Stolk
Garmt Kroeze.”
Grondlegger
Stolk en Kroeze kennen elkaar dan al minstens twee jaar. In Amsterdam ontmoet Stolk, waarschijnlijk in 1963, ‘in de eerste plaats Garmt Kroeze, een al wat oudere boerenzoon uit Groningen die in de jaren vijftig als leraar zijn brood had verdiend, maar allengs op zijn school was afgeknapt, of de school op hem, dat is nooit duidelijk geworden’, aldus Niek Snel in het boek Provo! Mediafenomeen 1965-1967. “In ieder geval was Kroeze naar de hoofdstad uitgeweken, waar hij als classificeerder in de haven werkte en waar hij de arbeider in zichzelf ontdekte.”
De door Snel beschreven volgorde van de gebeurtenissen klopt niet helemaal. Rob Stolk vertelt in januari 1967 dat Garmt ‘werkte bij Nuts-chocoladefabrieken (hij bedoelt waarschijnlijk Cacao de Zaan) en later in de haven’. Zoals meer ‘intellectuelen’ in die tijd zoekt hij contact met ‘de arbeiders’. Hij stopt als docent en gaat in de fabriek werken. Bij Cacao de Zaan in Wormerveer, om precies te zijn. Of hij dan ook in de Zaanstreek woont, is me onbekend (ik houd me aanbevolen voor aanvullende informatie; info@schaapschrijft.nl).
Rob en Garmt kennen elkaar dan dus al in 1963, kort nadat Rob het Zaanlands Lyceum voortijdig heeft verlaten. Op 5 juli van dat jaar demonstreren de twee met tientallen anderen tegen de NAVO-taptoe die plaatsvindt in het Olympisch Stadion, en in het bijzonder tegen de deelname daaraan van fascistisch Portugal. Rob Stolk: “Een agent te paard sleurde me van de stadionhekken naar de parkeerplaats op het Stadionplein. Hij liet me daar liggen en toen ik me weer oprichtte zag ik dat Garmt even verderop ook op de grond lag. Hij wou opstaan, maar kreeg gelijk een schop van Landman. Kroeze zakte weer in elkaar. Dit herhaalde zich een paar keer.”
Ruzie
Garmt Kroeze komt regelmatig bij Rob thuis: “Garmt leerde van mij jazzmuziek kennen. Jazz betekende voor mij alles. Garmt imiteerde me. Hij was vreselijk gefrustreerd, echt mensenschuw en wist nog steeds niet of hij nou homosexueel was of liever met een lekker wijf naar bed wilde.” Rond 1964/’65 gaat dat even mis. “In die tijd had ik ruzie met Garmt gekregen. Hij wou me steeds versieren en dat was me de keel gaan uithangen.” In 1965 wordt de ruzie bijgelegd. “Garmt en ik hebben toen Barst in elkaar gezet, dat april ’65 in Zaandam verscheen.” Deze publicatie kan worden gezien als het informele begin van Provo.
Omdat Garmt Kroeze in tegenstelling tot Rob Stolk en Roel van Duijn altijd wat op de achtergrond blijft, wordt hij later niet gezien als de Provopionier die hij is. Maar ook Garmt voert actie, schrijft provocerende artikelen en steekt zijn nek uit. En hij werft nieuwe actievoerders. “Kom zo gauw mogelijk naar de Karthuizerstraat”, schrijft hij aan Robert Mulder, destijds ook betrokken bij Provo en Ban de Bom-acties in de jaren zestig, “waar Rob Stolk bezig is grote Anarchistische plannen en Geheimen te ontwikkelen.”
Bloemen
Op 14 augustus 1965 lopen Garmt en Rob met een bosje bloemen naar het Lieverdje op het Spui. Nog voor ze het beeld bereiken en hun ludieke actie kunnen uitvoeren zijn ze al in de boeien geslagen. Zo gaat het keer op keer met Provo’s die op vreedzame wijze de autoriteiten op de zenuwen werken. Het deert Garmt niet, zolang hij maar in de buurt van Rob kan zijn. Wanneer Rob verliefd wordt op mede-Zaandamse Sarah Duijs stopt de vriendschap tussen Garmt en Rob.
Roel van Duijn heeft goede herinneringen aan de Groninger: “Hij was heel creatief in zijn uitingen, een expressief persoon. Ik herinner me dat hij zich bij een happening bij Het Lieverdje heel demonstratief met wilde armgebaren opstelde tegenover de politie. Er zat vuur in die man. Hij was enorm sympathiek en had uitgesproken politieke idealen.” Maar er was ook die telkens terugkerende somberheid. “Hij was wat eenzaam en had last van vlagen van depressiviteit. Gelukkig kon hij zich daar overheen zetten door zijn creativiteit en levensmoed. Het was in de regel een erg positieve man. (…) Ik ben Garmt later uit het oog verloren, hij verdween uit Amsterdam. Toen Provo groter werd verdween hij mettertijd uit mijn gezichtsveld en uit dat van anderen.”
Onderbelicht
De Provo-voorman keert terug naar zijn roots en betrekt daar een arbeiderswoning in Usquert. Na een kort ziekbed overlijdt hij op 8 november 2017. Een deel van zijn nalatenschap bestemt hij voor het linkse Actiefonds. “Garmt Kroeze behoorde samen met Roel van Duijn en Rob Stolk tot de oprichters van Provo in Amsterdam”, memoreert het Dagblad van het Noorden in 2017 in een afscheidsartikel. Jammer dat zijn rol altijd onderbelicht gebleven is.
Waardeer dit artikel
De content op deze website is in en uit principe gratis, maar het maken ervan kost wel geld. Vond je het de moeite waard? Laat het blijken met een kleine bijdrage en help bij het mogelijk maken van onafhankelijke artikelen.
Ik kan me herinneren dat er ook nog een van der Geer was uit wormerveer. Hij woonde op de zaanweg en ik geloof dat zijn vader Notaris was of zo. Zijn Moeder lerarres bij ziekte op de Prof. Khonstamm School. Wat weet ik hiervan, n.l. dat in het papierhok van de school ik de posters “Jhonson Moordenaar” had gevonden. Deze posters waren strafbaar. Mogelijk had zijn moeder Juf van der Geer deze hier gedeponeert. Jan Teel (71)
In juni 1966 kreeg Amsterdam te maken met de Bouwvakrellen. Hierbij kwam een demonstrant, Jan Weggelaar, om het leven. Hartaanval, maar de lont was in ket kruitvat. Met Garmt Kroeze samen werkte ik bij de NDSM als brandwacht. Op enig moment stonden we op het dek van een schip de arbeiders toe te spreken in een poging om hen solidair te laten zijn met de bouwvakkers. De sfeer was rijp voor revolutie, voelden we. Achteraf natuurlijk gewoon mislukt. Garmt sprak in die tijd ook wel gefrustreerd over Rob Stolk, die hij publiciteitsgeil noemde na een interview met een damesblad over de betekenis van moederdag voor hem. Garmt had moeite met zijn homoseksualiteit. Persoonlijk mocht ik zowel Garmt als Rob graag.