De ondergang van Nederlands grootste wapen- en munitiefabriek

In januari 2003 sloot Eurometaal na 324 jaar definitief de deuren. Het Zaandamse wapen- en munitiebedrijf – de grootste in zijn soort binnen Nederland – was ten onder gegaan door wanbeheer en de val van de Muur. Dertien jaar voor de ondergang interviewde ik Eurometaal-directeur Jan Haasnoot. Het leidde tot een artikel met een voorspellend karakter.

Jaren later zou een gepikeerde Haasnoot tegen een andere journalist zeggen dat het resultaat van het vraaggesprek een stoot onder de gordel was geweest. Hij was tot dan gewend aan interviews waarin hij mocht uitleggen dat hij zijn uiterste best deed om het bedrijf op te stoten in de vaart der volkeren, maar dat de ontspanning in de wereld hem parten speelde. Vandaar dat hij er niet aan ontkwam om zo af en toe personeel te ontslaan.

Ik was de gelukkige bezitter van vertrouwelijke bedrijfsgegevens waaruit een beeld van vriendjespolitiek en mismanagement naar voren kwam. Bovendien was een goed ingevoerde Eurometaal-werknemer bereid om mij in het grootste geheim – de uitwisseling vond plaats in een ver gelegen Van der Valkhotel – van incrowd-informatie te voorzien over het mismanagement binnen het bedrijf. Het leidde in de zomer van 1990 tot een confrontatie in het Eurometaal-hoofdkantoor waar flink wat spanning op stond. Geen wonder dat ik in het boek Het geheim van Holland (2021) ‘vijand nummer 1′ van de Zaanse munitiefabriek wordt genoemd. Ik beschouw het maar als een geuzennaam. Hieronder het volledige vraaggesprek met Jan Haasnoot (1929-2018), aangevuld met foto’s en updates.

ZAANDAM – Hij ziet er rustig uit. Gebruind. Een grote bos spierwit haar, zijn trots, ligt keurig naar achteren gekamd over de schedel. Met de vingers ineengestrengeld luistert Johannes Haasnoot naar de vragen. Slechts een lichte stemverheffing zo nu en dan verraadt irritatie. Want leuk vindt hij het niet, al dat gewroet in het verleden.

Aan verzoeken om informatie over de 95 werknemers, die hij dit jaar moet ontslaan vanwege de onverwacht uitgebroken wereldvrede en de daarmee samenhangende afgenomen munitiebehoefte, is hij inmiddels gewend. Daar bestaat zelfs begrip voor. Maar dat gezeur over het verleden: “Ik ben als manager meer op de toekomst gericht.”

Baan kwijt

Terug naar juni 1982. Drs. J.W.M. Haasnoot raakt zijn baan kwijt als directeur-generaal van de Eerste Nederlandse Cement Industrie (ENCI) in zijn woonplaats Maastricht. Negen jaar daarvoor kwam hij bij het bedrijf in de verwachting een goed draaiende onderneming te vinden. De bouw floreert en de bomen lijken tot in de hemel te groeien. Dan kondigen de Arabische landen hun olieboycot aan. Nederland moet drastisch bezuinigen en premier Den Uyl voorspelt dat het nooit meer zal worden als het is geweest.

Een van de eerste handelingen, die Haasnoot in zijn nieuwe functie dient te verrichten, is het ontslaan van enkele honderden medewerkers. Hij heeft daar dan al ervaring mee. Bij zijn vorige werkgever, Vredestein, werd er ook voortdurend gesaneerd en ingekrompen. Door zijn betrokkenheid bij de ENCI-ontslagen krijgt Haasnoot het predikaat een aanhanger te zijn van de stevige aanpak. Zelf noemt hij zich liever ‘het type van een Engelse voetballer: hard maar fair. Hij wil gewoon langs de hiërarchieke lijn werken, zoals dat in een normaal bedrijf het geval is. “De baas de baas laten zijn.”

In 1982 ontstaat verschil van mening over de vraag, wie die baas bij ENCI dan wel is en de directeur-generaal trekt aan het kortste eind. Opeens is Haasnoot werkloos. Banen op hoog niveau liggen niet voor het oprapen, merkt de econoom. Eind augustus begint hij daarom maar een management-adviesbureautje, Hacon Holland BV, om betere tijden af te wachten. Die komen onverwacht snel.

Incapabele directie

In Zaandam verkeert Neerlands grootste producent van midden- en zwaarkaliber munitie, Eurometaal, in moeilijkheden. Op 18 augustus 1982 heeft een bedrijfswerkgroep het rapport Overlevingsperspektief Eurometaal NV gepresenteerd. De onderzoekers zijn somber: de directie is incapabel, er bestaat een overschot aan personeel en munitiebestellingen zullen in de jaren tachtig verder afnemen. Eigenlijk is het maar het beste een deel van de 1200 werknemers te ontslaan, waaronder enkele directieleden.

Eurometaal, gebouw 429.

Illegale munitietransporten, massaontslagen, ongemotiveerde werknemers en sombere vooruitzichten. De toekomst van Eurometaal belooft weinig leuks. Tien jaar geleden adverteerde het bedrijf nog met de slagzin: “Wilt u een zekere toekomst? Dan hebben wij een goede baan.” Nu moeten opnieuw 95 medewerkers worden ontslagen. Maar directeur Haasnoot blijft optimistisch: “We zien de problemen op ons afkomen, maar we zien ook oplossingen.”

Hartaanval

De Raad van Commissarissen, onder voorzitterschap van Johan Schepers, hoofddirecteur van Staatsmijnen-DSM in Limburg, neemt het voorstel over. Maar het vinden van een nieuwe sterke man voor Eurometaal kost moeite. Geschikte kandidaten hebben geen tijd, geen zin of principiële bezwaren tegen een baan in het militair-industrieel complex. Na veelvuldig lobbyen wordt een Landmacht-topman, Beersma, bereid gevonden het roer tijdelijk in handen te nemen. Die krijgt een hartaanval. Het zoeken kan opnieuw beginnen. Half oktober ontvangt de ondernemingsraad de boodschap, dat er een andere manager is opgespoord. Zijn naam: Johannes Wouterus Maria Haasnoot, een vriend van Johan Schepers.

De nieuwe gedelegeerd commissaris/waarnemend directeur ontslaat meteen 230 mensen. Adviesbureaus krijgen opdracht het doodzieke bedrijf door te lichten. Die komen tot nogal schokkende ontdekkingen. Enkele citaten uit een tot nu toe niet openbaar gemaakt rapport: “Geruchten met betrekking tot het idee dat met name het hoofd Verkoop zich zou verrijken ten koste van Eurometaal zijn zeer wijd verspreid en hardnekkig. Vaak wordt ook de naam genoemd van een der leden van de Raad van Commissarissen. Binnen Eurometaal is het bestaan van de vele en zeer slechte onderlinge relaties opvallend.” In het rapport is verder sprake van geringe flexibiliteit, ver doorgevoerde bureaucratie, diefstal en fraude op grote schaal, overschrijding van levertijden, enzovoort.

Fragment uit een geheim rapport over de de bedrijfscultuur bij Eurometaal, juli 1983.

Haasnoot krijgt het advies het onbetrouwbare management de laan uit te sturen. Hij begint daarmee onmiddellijk. De oude directie verdwijnt. Alleen adjunct-directeur J. Vonk, twee maanden voor Haasnoot bij de munitiefabriek begonnen, mag blijven zitten. Naast hem verschijnen twee nieuwe zuiderlingen in de top, de Brabander H. Wijlens en de Limburger F. Claessens. Vooral de aanstelling van laatstgenoemde roept vragen op.

Gebrek aan kennis

Claessens is in juni 1984 vertrokken bij de sanitair-divisie van Koninklijke Sphinx in Maastricht. Het gaat op dat moment bar slecht met Sphinx; het bedrijf is op sterven na dood. Een andere job komt Claessens dus prima van pas. Haasnoot kent Claessens al een tijdje. De twee wonen op nauwelijks honderd meter van elkaar in een Maastrichtse villawijk en ze ontmoeten elkaar regelmatig. Haasnoot schuift zijn relatie naar voren als kandidaat voor de laatst overgebleven directievacature, ondanks Claessens’ gebrek aan kennis van de munitiemarkt.

“Claessens was niet het kaliber dat wij zochten.”

Maar de ondernemingsraad gaat akkoord met de aanstelling. In de veronderstelling dat de minst slechte gegadigde de baan krijgt. OR-lid Wiebenga: “Claessens was niet het kaliber dat wij zochten. Maar op een gegeven moment, als er zoveel kandidaten zijn geweest en daar zit geen geschikte tussen, moet je toch wat.”

Haasnoot schudt zijn vertrekkende vriend Claessens in 1992 bij diens vertrek bij Eurometaal de hand.

Is dat zo? Een van de sollicitanten is de heer Kroeze, toen directeur bij de firma Wavin in Harderberg en tegenwoordig kandidaat-directeur van een ziekenhuis in Hoorn. Een medewerker van het hoofdkantoor, die anoniem wil blijven: “Kroeze kwam als meest geschikte naar voren. ‘Dé man voor Eurometaal’ of iets dergelijks stond er rood omlijnd op het formulier waarmee hij werd aanbevolen.” Haasnoot kan zich er niets van herinneren. “Meneer Kroeze? Sorry, maar daar is mij niets van bekend. Er zijn ook zoveel sollicitaties voorbij gekomen. Nee hoor, Claessens was echt de meest geschikte kandidaat.”

Hilton-hotel

Erg veel is Haasnoot er door zijn vertrek bij ENCI niet op achteruit gegaan. Voor de adviezen die hij Eurometaal geeft, mag hij maandelijks tussen de ƒ 30.000,- en ƒ 40.000,- incasseren. Daar bovenop komen nog reis- en telefoonkosten en de huur van een kamer in het Amsterdamse Hilton-hotel. Het verblijf aan de Apollolaan is nodig, omdat de directeur niet van Maastricht naar Noord-Holland wenst te verhuizen. Hij laat zich elke vrijdag in zijn Mercedes met chauffeur-van-de-zaak naar Limburg brengen om daar na het weekeinde door dezelfde chauffeur weer te worden opgehaald. Het hotel is duur (een kleine ƒ 200,- per nacht) en aangezien Haasnoot er van 1983 tot 1986 vier nachten per week slaapt, lopen de kosten op tot ruim een ton.

Er valt een lange stilte als het gesprek op de declaraties komt. Dan, aarzelend: “In het begin was nog niet duidelijk hoe lang ik als gedelegeerd commissaris bij Eurometaal zou blijven. Logisch dat ik niet verhuisde. Daarna, toen ik was benoemd tot algemeen directeur, heeft het nog even geduurd voor mijn vrouw en ik het besluit namen voor een vestiging in Amsterdam. Dat hing samen met het feit. dat onze kinderen met hun laatste jaren van de middelbare school bezig waren.”

Fragment van een anonieme werknemersbeschuldiging over Jan Haasnoot.

De ondernemingsraad is niet blij met de declaraties. Wiebenga: “Daarover is al diverse keren trammelant geweest.” Haasnoot zelf reageert een tikje geagiteerd: “Er zijn bij Eurometaal nog altijd mensen die het gek vinden dat ik met een chauffeur rij wanneer ik buiten Zaandam moet zijn, omdat ik net zo goed zelf zou kunnen rijden. Dat is bedenkelijke kortzichtigheid, omdat je in de auto kunt werken, denken en slapen. De ENCI nam het me kwalijk als ik zelf reed. Het geeft ook iets van de karakters weer: het Bourgondische van Maastricht tegenover de wat hardere Zaankanters.”

Verdachtmakingen

Die overigens weer niet zo hard zijn dat ze durven praten. Net als na de ontslaggolf in 1982 gonst het in de ruim driehonderd jaar bestaande fabriek van de verhalen en de verdachtmakingen. Maar niemand die er zijn handtekening onder zet. Als er gepraat wordt, is het anoniem. Begrijpelijk overigens, want iedere werknemer heeft zich bij de indiensttreding verplicht tot stilzwijgen via het tekenen van een geheimhoudingsverklaring. En Haasnoots regime is streng.

Gaat het niet goed dan? Halverwege de jaren tachtig nog lijkt het Eurometaal wat meer voor de wind te gaan. Nieuwe massale ontslagen blijven uit en opdrachten voor de aanmaak van midden- en zwaar kaliber munitie druppelen binnen. Het gedeeltelijk overschakelen naar productie van niet-militaire goederen (door werkgroepen binnen en buiten het bedrijf een absolute must genoemd) is volgens de directie dan nog niet mogelijk.

Golfoorlog

In 1988 maakt de bedrijfsleiding daarvoor een eerste aanzet. Althans, op papier. In de fabriek blijft het personeel bezig met het in elkaar draaien van handgranaten en mijnen. De winst op die producten bedraagt dat jaar ƒ 8,5 miljoen over een omzet van ƒ 174 miljoen. Helemaal kosher blijkt de handel en wandel van de munitiemakers overigens niet. Halverwege 1988 verschijnen berichten in de pers dat Eurometaal goederen leverde aan de twee landen die betrokken zijn bij de Golfoorlog. Naar aanleiding van de publicaties doet de Economische Controledienst (ECD) op 22 november 1988 een inval in de gebouwen aan de Zaandamse Hemkade. De complete administratie wordt in beslag genomen. Het justitiële onderzoek naar de verboden leveranties loopt nog, maar de ECD zei al bewijzen te hebben gevonden van misstappen door Eurometaal. Haasnoot is zich echter van geen schuld bewust: “Ik ben ervan overtuigd dat wij ons aan de spelregels hielden.”

De inval markeert het begin van een lange lijdensweg voor het bedrijf. De vraag naar munitie vermindert gestaag door de ontspanning in de wereld en de toenemende voorkeur in defensiekringen voor simulatie-apparatuur. Door het slechte imago van Eurometaal weigert bovendien veel potentieel personeel er te gaan werken. De Werkgroep Vredeseconomie Zaanstreek waarschuwt voor een te verwachten tweede grote ontslagronde, maar directie en vakbonden sussen de angst voor nieuwe ontslagen. FNV-bestuurder Gijs Honing meldt in december ’88 dat de goed gevulde orderportefeuille de werknemers voor minimaal drie a vier jaar van werk verzekert. Een jaar later verklaart daarenboven Haasnoot dat het ‘redelijk goed’ gaat met de firma: “We zien problemen op ons afkomen, maar wij zien ook oplossingen.”

In december 1990 moest directeur Haasnoot zich bij de rechtbank in Haarlem verantwoorden voor illegale leveranties van granaten aan Iran. Vervolging vanwege de levering van munitie aan Irak bleef uit, omdat het misdrijf inmiddels was verjaard (Noord-Hollands Archief, Fotopersbureau De Boer).

Maar dan valt de muur in Berlijn en wordt het vijandbeeld vermorzeld. Het bedrijf, dat tien jaar eerder adverteerde met de slagzin ‘Wilt u een zekere toekomst? Dan hebben wij een goede baan’ moet opnieuw medewerkers ontslaan. Ditmaal 95. Ze zijn overtollig geworden nadat bestellingen niet doorgingen. Tegelijk met de ontslagmelding maakt de directeur de komst van een nieuwe mede-eigenaar bekend: Oerlikon-Bührle. Het Zwitserse concern, producent van wapens, textiel, sportvliegtuigen, schoenen en nog het een en ander, koopt bijna de helft van de staatsaandelen in Eurometaal. In de nieuwe verhouding zijn de Nederlandse Staat, het Duitse defensieconcern Dynamit Nobel en Oerlikon elk voor een derde aandeelhouder. Het Zwitserse bedrijf, zo is de bedoeling, moet assisteren bij het ontwikkelen van een civiele Eurometaal-poot.

Oerlikon

In het geruchtencircuit valt al snel te vernemen, dat Oerlikon slechts belangstelling heeft voor Eurometaal om er knowhow te kunnen weghalen. Op het moment dat de kennis in Zwitserland ligt, steekt het bedrijf geen frank meer in haar wapenbroeder aan het Noordzeekanaal. En de directie, menen sommigen, kan het allemaal niet veel schelen. Met hun jaarsalarissen van meer dan twee ton zijn die zo langzamerhand ruimschoots binnen. Haasnoot, Claessens en Wijlens zijn trouwens ook de jongsten niet meer. De fut om er nog eens flink tegenaan te gaan is verdwenen. Waarom zouden ze zich nog druk maken over bijvoorbeeld diversificatie?

De directeur zorgvuldig zoekend naar de juiste woorden: “Terugkijkend naar de tijd dat ik hier kwam, kan een blind paard zien dat er heel wat is gebeurd. We hebben een betere positie bereikt op de munitiemarkt en vanaf dat moment zijn we gaan kijken naar diversificatiemogelijkheden. Er is een toekomstvisie, een conversiebeleid ontwikkeld. We zijn momenteel zeer enthousiast bezig om orders binnen te halen.”

Eurometaal blijft bestaan. Daar is Haasnoot rotsvast van overtuigd: “Weliswaar met minder munitieproductie, maar daar staan andere, civiele activiteiten tegenover.” Vanwaar dat optimisme? In 1982, toen hij in Zaandam aantrad, mocht hij tenminste nog hopen dat de markt voor wapens weer zou aantrekken. Ditmaal echter heeft het er veel van weg dat de munitiehandel vooralsnog niet meer tot leven zal komen. Bovendien zullen de weinige opdrachten die overblijven, zeker na het opengaan van de grenzen op 1 januari 1993, verdeeld worden tussen de grote producenten in West-Duitsland, Groot-Brittannië, Italië en Frankrijk. Zal de veel genoemde ‘diversificatie’ de ‘andere civiele activiteiten’ dus, nog voor compensatie zorgen? Eurometaal lijkt aan het begin te staan van opnieuw een spannende periode.


Waardeer dit artikel

De content op deze website is in en uit principe gratis, maar het maken ervan kost wel geld. Vond je het de moeite waard? Laat het blijken met een kleine bijdrage en help bij het mogelijk maken van onafhankelijke artikelen.

ValutaBedrag





2 gedachten over “De ondergang van Nederlands grootste wapen- en munitiefabriek”

  1. Interessant artikel!
    Ik ben ook werkzaam geweest bij Eurometaal (1976-1990) en herken veel van wat u schrijft. O.m. de onderlinge haat en nijd tussen managers van de verschillende productiebedrijven maar ook de vriendjespolitiek tussen mensen die lang op een fabriek hadden gewerkt die wegens gebrek aan opdrachten was gesloten, deze mensen werden wel weer aan een baantje geholpen om hun tijd uit te zitten.
    Verder viel mij op den duur de inertie bij bepaalde managers op, ultiem conservatisme om bv. de productie te optimaliseren.
    Verder was het duidelijk dat eigenlijk het geld helemaal geen probleem was, veel oudgedienden werd de hand boven het hoofd gehouden, declaraties bij dienstreizen werden flink aangedikt, ook veel dienstreizen die meer snoepreisjes bleken en de start van twijfelachtige (kleine) nieuwe productseries waarbij enorm moest worden geinvesteerd in nieuwe machines, duidelijk dat dit nooit rendabel kon worden.
    Ik zou er een boek over kunnen schrijven.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *