Het Nationaal Archief beheert ruim 71.000 persoonsdossiers van de Binnenlandse Veiligheidsdienst en haar voorgangers BNV en CVD. Waaronder vele over prominente Nederlanders. Op deze site staan de verhalen die ontbreken in hun biografieën. Ditmaal de geheime dossiers over de twee beroemdste Simons uit de Nederlandse literatuur: Simon Vestdijk en Simon Carmiggelt.
In de eerste helft van de jaren vijftig voert de Amerikaanse senator Joseph McCarthy een ongekende en aanvankelijk succesvolle heksenjacht op al dan niet vermeende communisten. Hij en zijn metgezellen brandmerken duizenden landgenoten als onvaderlandslievende verraders. Velen verliezen hun baan en reputatie als gevolg van het invloedrijke Mccarthyisme.
Besmet
Het lijkt alsof de Binnenlandse Veiligheidsdienst begin jaren vijftig besmet raakt door het uit de Verenigde Staten overgewaaide rechtse sentiment. Iedereen die ook maar in de buurt komt van een (mogelijke) communist of een inwoner uit het Oostblok loopt het risico dat de dienst een dossier over hem of haar aanlegt. Hoezeer de Koude Oorlog van invloed is op het handelen van de BVD valt onder meer af te lezen aan de tentoongespreide argwaan jegens Simon Carmiggelt en Simon Vestdijk. Gerenommeerde schrijvers zonder radicale smetten, zou je denken. Zo niet de BVD. Die vertrouwt de twijfels aan het papier toe.
Beide auteurs krijgen een eigen dossier: Carmiggelt in 1951, Vestdijk in 1953. Met terugwerkende kracht worden daarin mogelijk verdachte omstandigheden en handelingen genoteerd. Zo krijgt Vestdijk de aantekening dat hij in 1946 en 1947 medewerker respectievelijk abonnee is van het tijdschrift De Vrije Katheder. Het betreft de voortzetting van een in 1940 door communistische studenten opgezet verzetsblad. Na de oorlog gaat het nog vijf jaar door als niet-partijgebonden platform voor linkse kunstenaars en intellectuelen. Vestdijk werkt inderdaad in en na de oorlog mee aan het tijdschrift. Bovendien is hij bevriend met Theun de Vries, die eveneens werk levert aan De Vrije Katheder. De Vries is niet alleen net zo’n veelschrijver als Vestdijk (Adriaan Roland Holst: ‘O gij, die sneller schrijft dan God kan lezen’), maar ook een prominente communist. De BVD acht de samenwerking tussen het duo verdacht.
‘O gij, die sneller schrijft dan God kan lezen’
Het zit de dienst ook niet helemaal lekker dat Vestdijk, in november 1949, wordt geïntroduceerd bij de ambassadeur van Tsjechoslowakije. Hij ‘werd door mevr. v. Emde Boas en Bart Riezouw bij de Tsj. Ambassadeur aanbevolen voor ‘een regelmatige thee’. Riezouw is een Amsterdamse PvdA’er met interesse in Tsjechoslowakije, Magda van Emde Boas is een in dat land geboren journaliste en kunstcriticus. ‘Zij merkte omtrent hem [Vestdijk] op “Zeer beroemde schrijver.”‘
Inlichtingenwerk
Het dossier over Simon Carmiggelt is ‘aangelegd op verzoek van Hoofd ACD’. Die afkorting staat voor de Afdeling Centrale Documentatie. Ook ditmaal blikt de BVD terug op een eerdere gebeurtenis. Op 5 juli 1950 maakt een ambtenaar van de geheime dienst een rapport over Alfred Mozer. Deze in 1905 geboren Hongaars-Duitse sociaaldemocraat vlucht in 1933 naar Nederland. In 1950 verkrijgt hij vanwege zijn verzetsactiviteiten de Nederlandse nationaliteit. In datzelfde jaar heeft hij de aandacht van de BVD, aldus een mededeling in Carmiggelts dossier: (…) ‘Voorts is Mozer verbonden aan de afdeling Buitenland van de P.v.d.A., Tesselschadestraat 31 te Amsterdam, waar hij de functie van secretaris bekleedt. Volgens de laatste berichten, welke nog niet konden worden gecontroleerd, houdt Mozer zich weer bezig met inlichtingenwerk voor P.v.d.A., zowel in Binnen- als in Buitenland. Hij zou voor dit werk in nauw contact staan met partijgenoten die hetzelfde werk doen, zoals Drs. Jan Meyer, A.J. Noordam, S. Carmiggelt e.a.’
De befaamde Parool-columnist Simon Carmiggelt als een soort geheim agent, ‘zowel in Binnen- als in Buitenland’. Dat maakt nieuwsgierig. Helaas gaat de dienst er nadien niet meer op door.
De befaamde Parool-columnist Simon Carmiggelt als een soort geheim agent, ‘zowel in Binnen- als in Buitenland’.
Spionnen
Of toch… Op 2 juli 1951 wordt er een kort briefje toegevoegd aan Carmiggelts CV. ‘Aard van het stuk: B IX onderzoek.’ De afdeling B houdt zich bezig met politiek extremisme, het getal IX verwijst naar antecedenten- en veiligheidsonderzoeken. In het briefje wordt Carmiggelts ‘nevenfunctie’ herhaald: ‘Met verscheidene kopstukken uit de S.D.A.P. alsmede met personen van diverse pluimage, zoals spionnen en lieden, die op inlichtingengebied werkten, had L.J. van Looi contact. Om enige namen te noemen: …. Simon Carmiggelt….’. Welke namen er thuishoren op de puntjes blijft achterwege. Maar de BVD is er klaarblijkelijk van overtuigd dat in ieder geval journalist/columnist Carmiggelt behoort tot de categorie ‘spionnen en lieden, die op inlichtingengebied werkten’.
Levinus Johannes van Looi is overigens ook niet de minste. Hij heeft net als Vestdijk en Carmiggelt een verleden als verzetsstrijder (wat hij moet bekopen met een lang verblijf in onder meer kamp Buchenwald). Na de oorlog wordt deze sociaaldemocraat hoofd van de Radionieuwsdienst. De BVD vertrouwt hem voor geen meter, zoals ook blijkt uit deze in 1947 opgestelde analyse.
‘Men is van oordeel, dat er in deze moeilijke tijd tussen Regering en Volk slechts één kanaal behoort te zijn’, oordeelt de BVD. En verwijzend naar Van Looi: ‘Ook mag deze zo belangrijke Nieuwsdienst geen instrument zijn in handen van een revolutionair element, temeer daar men hier rechtstreeks alle luisteraars bereikt. Deze staan open voor een bepaalde invloed.’ Geen wonder dat de inlichtingendienst niet alleen de zo gevaarlijk geachte ‘propagandist’ Levinus van Looi, maar ook diens ‘spionnen’ als Simon Carmiggelt in de gaten houdt.
Communistische beginselen
Een kwalificatie als zijn collega Carmiggelt krijgt Simon Vestdijk voor zover bekend niet toebedeeld, zijn linkse antecedenten ten spijt. Maar ook voor hem heeft de Binnenlandse Veiligheidsdienst een stempeltje. Tot tweemaal toe vermeldt een ambtenaar in 1952 in zijn dossier dat hij de ‘communistische beginselen’ zou aanhangen. Blijkbaar is Vestdijk geen hardliner, want vier jaar later staat er in zijn dossier dat hij zijn lidmaatschap van de PEN-club opzegt ‘i.v.m. de motie van deze club tegen het optreden van de Russen in Hongarije’. Troepen van de Sovjet-Unie hebben even eerder de Hongaarse opstand tegen de bezetting van hun land onderdrukt, en daar wil Vestdijk niets van weten.
Tot tweemaal toe vermeldt een ambtenaar dat hij de ‘communistische beginselen’ zou aanhangen.
Desondanks wordt Vestdijks BVD-dossier niet afgesloten. In 1959 is daarin te lezen dat hij ‘een aan de Franse regering gerichte brief ondertekende, uitgaande van het (pacifistische) “Comité Stopzetting Atoomproeven”.’ De namen van de ondertekenaars staan in De Waarheid. Wat bij de BVD de vraag oproept of Vestdijk wellicht toch – of weer – sympathiseert met het marxistisch gedachtegoed.
Eredoctoraat
De laatste notitie in zijn dossier is een stuk onschuldiger. De dienst ontvangt in juni 1963 een ‘schrijven van rector Magnificus van de Rijksuniversiteit te Groningen’, GEHEIM’. Het bevat ‘een verzoek om inlichtingen betreffende Nederlanders en buitenlanders, die wellicht in aanmerking komen voor een eredoctoraat van de RIJKS-Universiteit te Groningen.’ Eén van hen is ‘Simon Vestdijk, Letterkundige te Doorn, geboren 1898 te Harlingen. Aanvankelijk arts, later letterkundige.’ De BVD heeft blijkbaar geen doorslaggevende bezwaren, want Vestdijk ontvangt op 24 juni 1964 zijn eredoctoraat. Zeven jaar later overlijdt de auteur. De BVD kan zijn aandacht richten op andere personen.
Vladimir Belousov
Ook Simon Johannes Carmiggelt mag tot enkele jaren voor zijn dood belangstelling genieten van de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Onder de kop ‘Bron: Eigen waarneming onderzoek’ schrijft het hoofd van de Inlichtingendienst Buitenland op 19 oktober 1983 een memo aan het BVD-hoofd. ‘Onderwerp: V. Belousov’. Vladimir Belousov is een in 1945 geboren Russische Neerlandicus. De Koude Oorlog mag inmiddels voorbij zijn, een Rus die ‘op 30 september 1983 omstreeks 23.00 uur per D-trein (Russisch rijtuig) van Nederland, via de doorlaatpost Oldenzaal-station, naar de USSR’ reist is blijkbaar toch de moeite waard om door te lichten. Belousov wordt daarom grondig ondervraagd. Uit het BVD-memo: ‘B. die voortreffelijk Nederlands sprak, verklaarde als tolk te zijn toegewezen aan het USSR-staatscircus. Hij zou reeds eerder in Nederland hebben verbleven, bij welke gelegenheid hij een bezoek zou hebben gebracht aan Simon Carmiggelt. B. toonde o.a. foto’s, waarop hij samen met C. stond afgebeeld. Deze foto’s zou hij van de Telegraaf hebben gekregen, hetgeen, gezien de stempels op de achterkant van de foto’s mogelijk is. B. zou in de USSR meerdere boeken van C. hebben vertaald. Omdat het circus thans in België verbleef, werd er van zijn diensten geen gebruik meer gemaakt.’
In het BVD-dossier over Carmiggelt (‘zou links georiënteerd zijn’) bevinden zich ook nog wat notities over eerdere jaren, maar die laat ik verder buiten beschouwing. Interessant is vooral dat de interesse die de Binnenlandse Veiligheidsdienst decennia lang heeft voor de twee Simons en tientallen, zo niet honderden andere Nederlandse auteurs nu inzichtelijk is voor een breed publiek. In de meeste gevallen zegt de daarmee gepaard gaande verslaglegging meer over de discutabele denk- en handelswijze van de geheime dienst dan over zijn doelwitten.
Waardeer dit artikel
De content op deze website is in en uit principe gratis, maar het maken ervan kost wel geld. Vond je het de moeite waard? Laat het blijken met een kleine bijdrage en help bij het mogelijk maken van onafhankelijke artikelen.