Zeggen dat Facebook en Twitter – pardon, X – vaak op riolen lijken, mag een open deur genoemd worden. De hoeveelheid racistische drek, homofobe gemeenplaatsen en kwalijke boodschappen aan het adres van politici lijkt nog steeds toe te nemen. Hoog tijd om de social media vaarwel te zeggen dus?
Gebroken armen
Ik werk inmiddels achtentwintig jaar bij een antidiscriminatievoorziening. In mijn beginjaren daar ontvingen we soms bedreigingen. Een enkele keer telefonisch. Soms in een al dan niet met hakenkruizen gelardeerde brief. De afzender die meldde te weten welke school mijn kinderen bezochten is nu waarschijnlijk nog op zoek naar mijn niet bestaande nageslacht. De telefonisch gedane belofte dat mijn armen en benen gebroken zouden worden indien ik me de eerstvolgende veertien dagen op straat zou begeven is al twee decennia verlopen.
De beledigingen en bedreigingen zijn gebleven. Ze komen nu alleen online en frequenter binnen. En helaas blijven ze niet beperkt tot de sector waarin ik werk. Wie een half uurtje het internet afstruint, kan een rijke oogst aan voorbeelden binnenhalen. Maar laat ik – om het overzichtelijk te houden – twee recente illustraties aanhalen uit mijn eigen bestand.
‘Tyfusbek’
Op 19 juli plaatste ik een verhaal op internet over een politieagent die medeverantwoordelijk was voor de arrestatie van verzetsstrijdster Hannie Schaft. Het artikel riep de nodige reacties op, waaronder van een – onthoud die functie – medewerker ‘service en veiligheid’ bij een bedrijf dat zorgdraagt voor het openbaar vervoer. De man in kwestie reageerde hinkstapspringend op mijn artikel door te verwijzen naar de politionele acties in Indonesië. In zijn woorden: ‘Als de Nederlandse strijdkrachten wel eens iets goed doen Politionele actie Nederlands Indië worden ze afgezeken door de overheid en eigen burgers.’ Toen ik daaronder schreef: ‘Ik zou de politionele acties nou niet bepaald willen typeren als iets goeds…’ waren de rapen gaar. Ik moest mijn ’tyfusbek’ houden. Daarna ontspoorde het debat volledig. Van ‘je bent een zielig mannetje jij bent zo type die zegt ach die Nazis en Is strijders zijn goede mensen’ ging het in no time naar mijn vermeende ‘BLO’-opleiding, de vraag of ik ‘een flikker’ was en het slotakkoord: ‘Ik ben voor standrechtelijk executeren van gajes zoals jij.’
‘Gediscremeneerd’
Tweede voorbeeld. Op Facebook verscheen een nieuwsbericht over een passagier die een buschauffeuse had beledigd en in het gezicht gespuugd. Hoewel de dader niet bekend was, verscheen er onder het bericht een reeks aan racistische commentaren (‘Het zal geen getinte gast zijn Och zo zielig Zal zich wel weer gediscremeneerd voelen’, was nog een van de beschaafdere opinies.). Na mijn verzoek aan de paginabeheerder om daar iets tegen te doen (‘Het gaat weer fijn met de racistische reacties hieronder. Is het geen optie om te beginnen met modereren?’) kwam er een nieuwe modderstroom op gang. Die liep niet alleen richting de asociale buspassagier, maar ook mijn kant op. Van de klassieker ‘meneer is een echt schaap’ ging het via ‘zo’n gruwelijke deugerd’ uiteindelijk naar de impliciete bedreiging dat ik maar beter ‘om mij heen [zou] blijven kijken’.
Het zijn twee voorbeelden uit vele. Het aantal onheilsboodschappen, intimiderende opmerkingen en al dan niet discriminerende scheldpartijen is geëxplodeerd. Er is nog iets veranderd ten opzichte van het pré-internettijdperk. Waar vroeger de dreiging vrijwel altijd een anonieme afzender kende, is het tegenwoordig bepaald geen uitzondering dat mensen met naam en toenaam hun vuil de ether in schieten. Sommigen koesteren de misvatting dat vrijheid van meningsuiting gelijkstaat aan ‘je mag alles zeggen’. De gemiddelde politicus en de rechter denken daar gelukkig anders over.
Algoritmes
Het maakt allemaal niet vrolijk. Goed te begrijpen valt dat een flink deel van de oorspronkelijke gebruikers Facebook en Twitter heeft verlaten. Ze wensen niet te worden geconfronteerd met de bagger die het net overspoelt. De vraag wat ik nog te zoeken heb op Twitter/X en Facebook is dan ook een legitieme. Maar los van het punt dat ik daar voor mijn artikelen een lezerspubliek weet te bereiken, is er ook het niet-willen-wijken-argument. Ja, veel social media zijn gaandeweg – aangestuurd door algoritmes – veranderd in beerputten. Ja, extreemrechts heeft daar relatief veel te vertellen. En ja, het daarom is begrijpelijk dat steeds meer gematigde mensen dit deel van de digitale wereld verlaten. Maar door op te stappen, neemt het racistische/homofobe/misogyne/extreemrechtse (vul verder zelf maar in) aandeel nog verder toe. Dat zouden ‘normale’ mensen niet moeten willen. Het internet moet niet gedomineerd worden door haatzaaiers en dreigers.
Ik ga dus nog maar even door met mijn berichten op het wereldwijde web. Bij voorbaat dank voor het lezen.
Waardeer dit artikel
De content op deze website is in en uit principe gratis, maar het maken ervan kost wel geld. Vond je het de moeite waard? Laat het blijken met een kleine bijdrage en help bij het mogelijk maken van onafhankelijke artikelen.