Bij het Nationaal Archief liggen ruim 71.000 persoonsdossiers van de Binnenlandse Veiligheidsdienst en haar voorgangers BNV en CVD. Waaronder vele over prominente Nederlanders. Op deze site staan de verhalen die hun biografieën niet haalden. Ditmaal het geheime dossier over de Brit (!) Guy Burgess, een van de beruchtste dubbelspionnen uit de vorige eeuw.
Het nieuws haalde in de vroege zomer van 1951 de voorpagina van vrijwel elk dagblad in binnen- en buitenland. De Britse spionnen Guy Burgess (1911-1963) en Donald Duart Maclean (1913-1983) bleken spoorloos te zijn verdwenen. Naar pas veel later duidelijk werd, waren ze gerekruteerd door de Sovjet-Unie, het land waarnaar ze de benen namen toen in ieder geval Maclean op het punt stond om te worden ontmaskerd als dubbelspion.
Burgess en MacLean maakten deel uit van de zogenoemde Cambridge Five, Britse spionnen die tijdens en na de Tweede Wereldoorlog Westerse geheimen in handen van de Sovjets speelden. Burgess zorgde er bijvoorbeeld voor dat de Russen documenten van inlichtingendienst MI5 en het Foreign Office ontvingen waarin de geallieerde militaire strategie stond beschreven. Alleen al tussen 1945 en 1949 zou hij 389 documenten met het stempel ‘top secret’ naar de KGB hebben gesluisd. Ook wierf hij minimaal één andere spion voor de Russen, zijn al net zo antifascistische huisgenoot Anthony Blunt. Die overwoog, als zoveel Cambridgestudenten in de dertiger jaren, om zich aan te sluiten bij de communistische partij. Niet doen, adviseerde Burgess hem. ‘Ga ondergronds en vind een baan bij de overheid.’ Aldus geschiedde.
Dat Maclean en Burgess naar de Sovjet-Unie waren gevlucht, werd pas duidelijk toen ze in 1956 in Moskou een persconferentie gaven. Tot die tijd bestonden er wel sterke vermoedens, maar kwam er geen zekerheid. De raadselachtige verdwijning van het duo leidde tot een intensieve, maar vergeefse zoektocht. De vlucht van het met kennis over het Britse atoomprogramma gewapende tweetal had ook de aandacht van de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Bijzonder, want op het eerste gezicht bestond er geen enkel verband met Nederland. Burgess’ BVD-dossier laat echter iets anders zien.
Weekendcruise
Het dossier over Burgess (van MacLean lijkt er geen te zijn) bevat de nodige krantenknipsels en drie korrelige portretfoto’s. Plus een ongedateerd anoniem verslag met als titel ‘PD91917’. Daarin zijn de eerste dagen en de route van de ontsnapping uit Engeland gedetailleerd vastgelegd. In vertaling: ‘Burgess en Maclean verdwenen op vrijdag 25 mei 1951. Vanuit Macleans huis, Beaconshaw in Tatsfield bij Westerham in Kent, vertrokken ze kort na negen uur ’s morgens in een auto die Burgess die morgen op zijn eigen naam had gehuurd en reden ze naar Southampton waar ze rond kwart voor twaalf arriveerden. Ze gingen voor een weekendcruise naar St. Malo en de Kanaaleilanden aan boord van de stoomboot Falaise, die het Kanaal overstak en op vrijdag om middernacht vertrok en maandagochtend vroeg in Southampton terugkeerde. Zaterdagmorgen om negen uur bereikte de Falaise St. Malo. Burgess en Maclean bleven op de boot tot de andere passagiers uit Southampton waren ontscheept en gingen toen zelf van boord, hun meegenomen bagage achterlatend in hun hutten. Ze schijnen opzettelijk een trein naar Parijs te hebben gemist die St. Malo om kwart voor twaalf verliet. Er is gemeld dat ze eerst naar een café en toen naar een hotel zijn gegaan om daar te proberen Engels geld te wisselen en dat ze daarna een taxi hebben genomen om hen naar Rennes te rijden, vijftig mijl verderop, waar ze de trein konden nemen die ze in St. Malo hadden gemist. Er is echter geen bewijs dat ze aan boord van de trein zijn gegaan, hoewel ze dat wellicht wel hebben gedaan. Vanaf dat moment verdwenen ze volledig en compleet.’
Onbekende bron
Burgess en Maclean slagen er dus in om uit het zicht te blijven van hun jagers. De Nederlandse geheime dienst komt een half jaar later in beeld. Na de verdwijning van het tweetal informeert ‘C.P. 179’ op 10 december 1951 in het Engels de BVD ‘informatie van een onbekende bron te hebben ontvangen die suggereert dat Burgess en Maclean, die afgelopen zomer verdwenen, in werkelijkheid via Holland gingen en dat hun verdwijning was bewerkstelligd door Tsjechen in Engeland’. De reis door Nederland verklaart de aandacht van de Binnenlandse Veiligheidsdienst voor de Britse dubbelspionnen.
Tsjechen
‘We hebben weinig om op af te gaan’, vervolgt de onbekende Britse schrijver van de vertrouwelijke notitie. ‘Vermeld wordt dat ze als Tsjechen via Amsterdam zijn gegaan en door zijn gegaan naar Berlijn, waar ze op het vliegveld zijn overgedragen aan de Russen. Zoals u weet, hebben we vanaf daar weinig om op af te gaan en we checken bij de marechaussee of er in de eerste helft van juni 1951 Tsjechen via Schiphol hebben gereisd. Mocht u enige informatie hebben, bijvoorbeeld van Popinjay of een Tsjechische emigratiebron die dit verhaal kan bevestigen of ontkrachten, dan zouden we erg dankbaar zijn.’ Het lijkt er op dat de BVD haar Britse collega’s niet van dienst kan zijn. Met pen is onder de Britse tekst geschreven: ‘Antw. dat tot nu toe geen aanwijzingen uit Tsj. bron.’
In werkelijkheid reizen de twee niet via Nederland, maar nemen ze in Rennes de trein naar Parijs. Van daar gaan ze door naar het Zwitserse Bern. Op de Sovjetambassade worden ze voorzien van reisdocumenten en kunnen ze verder naar Zürich. Daar stappen ze op het vliegtuig naar Praag. Eenmaal achter het IJzeren Gordijn is het een koud kunstje om de reis naar Moskou te vervolgen.
Wim Hulst
Er is nog een Nederlands haakje, in de persoon van een inwoner uit Assendelft. Huisschilder Willem Hulst (1916-1998) woont daar op de Dorpsstraat 886. Interessanter vindt de Binnenlandse Veiligheidsdienst wat Hulst doet naast zijn schilderwerk. De dienst legt een dik dossier over hem aan. De Zaankanter is namelijk al sinds de jaren dertig een enthousiast en prominent communist. Sinds 1950 is hij algemeen secretaris van de Vereniging Nederland-USSR (NU), met haar 25.000 leden dé culturele tak van de Communistische Partij van Nederland. In haar artikel Ballerina’s voor de vrede noemt auteur Margreet Schrevel Wim Hulst ‘de onbetwiste vóórwerker in de NU’. ‘In de praktijk was hij impresario, diplomaat, muziekbibliothecaris, pr-manager, reisleider en nog heel wat meer. (…) Hij correspondeerde, zo te zien moeiteloos, in drie moderne talen en kon zich ook in het Russisch redelijk verstaanbaar maken. Voor de oorlog had hij politieke revues geschreven en zijn acteertalent uitgeleefd in de Arbeiders toneel vereeniging Krommenie. Ook was hij al actief geweest in de Vereeniging vrienden van de Sowjet-Unie (VVSU), de voorganger van de NU. Tijdens de bezetting werkte hij illegaal en meteen na de oorlog werd hij directeur van De Waarheid, editie Noord-Holland Noord. Hij maakte jarenlang deel uit van het partijbestuur van de CPN en was betrokken bij de organisatie van de grote Waarheid-zomerfeesten.’
Moskou
Wim Hulst is dus in de ogen van de BVD-medewerkers een machtige en gevaarlijke man. Geen wonder dat ze hem op de voet volgen. Ook, of misschien wel juist, wanneer hij in april 1958 afreist naar Moskou. ‘Hulst is geen onbekende in de Russische hoofdstad’, weet de dienst. ‘Zijn laatste bezoek vond nauwelijks acht maanden geleden plaats.’
Toch is ook de BVD verrast door het contact dat de Assendelftse schilder – tevens raadslid – legt in het land van partijleider Chroesjtsjov. Uit een geheim ‘rapport van E aan HB-HC’ met als datum 3 september 1959 en de titel ‘Bezoek W. Hulst aan de Sowjet-Unie in 1958’: ‘Uit betrouwbare bron werd op 19-8-1959 het volgende bericht verkregen: Wim Hulst vertelde, dat hij tijdens een vakantie met zijn gezin in de Sowjet-Unie, aan het strand van Sotchi (S.U.) toevallig in kennis is gekomen met de uit Engeland geweken ex-diplomaat Burgess. Laatstgenoemde was vergezeld van een oude dame, waarschijnlijk zijn moeder. Burgess zou de zoon van Hulst verschillende malen mee uit rijden hebben genomen.’
Burgess viert inderdaad regelmatig vakantie aan de Zwarte Zee. Er bestaat zelfs een foto van hem in Sotchi, met een sigaret in de hand liggend op een strandbed. En waarschijnlijk met een slok op. Burgess is alcoholist – de BVD besteedt er een compleet A-viertje aan – en overlijdt vijf jaar na zijn ontmoeting met Hulst aan leverfalen. De Britse elitespion en de arbeider uit de Assendelftse Dorpsstraat gebroederlijk aan de wodka; ook dat zou een mooi plaatje hebben opgeleverd. Helaas bestaat er voor zover bekend geen foto van, net zo min als van Burgess in zijn auto met Hulst junior.
Arrestatiebevel
Het laatste BVD-bericht over de twee uitgeweken spionnen betreft een confidentieel codebericht d.d. 19 april 1962. Het is ‘afkomstig van Moskou’, bestemd voor het ‘min. v. b.z.’ en getikt op briefpapier van datzelfde Ministerie van Buitenlandse Zaken. ‘Ten aanzien van arrestatiebevel tegen mclean en burgess zij opgemerkt dat eerstgenoemde zich gisteren nog in moskou bevond doch dat tweede zich volgens een onbevestigd en niet te verifiëren bericht 18 dezer met de k.l.m. naar amsterdam zou hebben begeven. Teken aan dat de k.l.m. ook passagiers uitgevallen b.e.a.-vlucht vervoerde.’
Burgess wil dolgraag terugkeren naar Groot-Brittannië. Onder meer omdat hij als homoseksueel moeite heeft met de homofobie in het Oostblok. Het komt er niet van; de Sovjet-autoriteiten laten hem niet gaan. Het ‘niet te verifiëren bericht’ klopt dan ook niet.
Nog geen anderhalf jaar na het codebericht, op 30 augustus 1963, wordt Guy Burgess definitief geveld door de alcohol. Zijn BVD-dossier kan worden afgesloten.
Waardeer dit artikel
De content op deze website is in en uit principe gratis, maar het maken ervan kost wel geld. Vond je het de moeite waard? Laat het blijken met een kleine bijdrage en help bij het mogelijk maken van onafhankelijke artikelen.