Minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns vond hem ‘staatsgevaarlijk’ en wilde Willem Oltmans daarom via de Binnenlandse Veiligheidsdienst beroepsmatig uitschakelen. En de dienst deed zijn best om Nederlands controversieelste verslaggever brodeloos te maken. Wie zijn nu vrijgegeven BVD-dossier doorneemt, kan lezen hoe Oltmans werd vermalen. Oók door collega-journalisten die de inlichtingendienst een handje hielpen.

‘Permanent geldgebrek’
‘Lijdt bijna permanent aan geldgebrek’, schreef een BVD-medewerker op 15 september 1966 in een vertrouwelijk rapport onder het kopje ‘Karakter, Physieke en Psychische gesteldheid’. De geheime dienst had een uitgebreide analyse gemaakt van Willem Leonard Oltmans (10-6-1925/30-9-2004) en een van de conclusies was dat die krap bij kas zat. Dat lag enerzijds aan het gulle uitgavenpatroon van deze verslaggever voor onder meer NRC, Algemeen Handelsblad en Het Vaderland (en – voor de Zaanse lezers – vanaf eind jaren zestig voor het lokale dagblad De Typhoon, à tweehonderdvijftig gulden per maand). Anderzijds was het de Binnenlandse Veiligheidsdienst die hem financieel en anderszins dwars zat, lastig als ze deze journalistieke eigenheimer daar vonden in de omgang. De dienst schroomde zelfs niet om heimelijk foto’s van Oltmans – bontjas om de schouders, sigaret in de mondhoek – te maken. Ze zitten nog altijd in zijn dossier.
Met name de machtige Joseph Luns kon hem wel schieten.
Joseph Luns
Willem Oltmans had weinig op met de Nederlandse staat, en dat was wederzijds. Met name de machtige Joseph Luns – 32 jaar lang achtereenvolgens minister van Buitenlandse Zaken en secretaris-generaal van de NAVO – kon hem wel schieten. Oltmans’ goede verstandhouding met de Indonesische president Soekarno en zijn relaties met onder anderen Cubaanse en Russische diplomaten; het irriteerde Luns mateloos. ‘De eenmotorige mug’ noemde deze bewindspersoon zijn aartsvijand schertsend. Maar het was wel een mug waarvan hij veel last had en die hij graag onschadelijk maakte. Luns was ‘een van de vaandeldragers van de hetze tegen Oltmans, die hij een “landverrader” noemde’, aldus historicus Anne-Lot Hoek in NRC (29-12-2022). Waaraan ze fijntjes toevoegde dat Luns nota bene van 1933 tot en met 1936 zelf NSB-lid was. Hoe dan ook; de minister deed wat in zijn macht lag om Oltmans dwars te zitten. Bijvoorbeeld door de BVD in te schakelen. Die op zijn beurt gedienstig de gangen van deze freelance-journalist naging en hem waar mogelijk de weg versperde, al dan niet in samenwerking met de FBI en CIA.

‘Behoefte aan intrige’
In bovengenoemde persoonsanalyse uit 1966 ging de BVD weinig zachtzinnig te werk. Een bijna willekeurige greep uit de gebruikte kwalificaties over Oltmans: ‘IJdel. Behept met een Messias-complex, dit is de drang om persoonlijk een oplossing voor een probleem te helpen bevorderen en daardoor carrière te maken. Hij staat voor weinig indien hij niet zijn zin krijgt. Is homofiel. (…) Controversieel, niet onbekwaam, maar eenzijdig en dwars. Niet betrouwbaar.’ Toen er zes jaar later behoefte was aan een nieuwe ontleding van Oltmans’ karakter kwam de BVD-rapporteur met een soortgelijke psychologische duiding. Zijn eindconclusie: ‘In het voorgaande is getracht te schetsen dat de wereld van Oltmans draait om Oltmans. Hij kan beschouwd worden als een uiterst egocentrische figuur, met een uitgesproken behoefte aan intrige.’ Enfin, zo klinkt het door het gehele (zeer omvangrijke) dossier, te vinden bij het Nationaal Archief.
Journalistiek
Dat er journalisten waren die hand- en spandiensten verrichtten voor de Nederlandse inlichtingendienst is geen geheim. Van Volkskrant-hoofdredacteur Joop Lücker en sensatieverslaggever Bas van Hout tot Haagsche Courant-correspondent Alexander Münninghoff en tientallen anderen; allemaal leverden ze aan de BVD of diens opvolger AIVD. De dienst zelf bevestigde dat overigens nooit. De standaard-reactie was en is: ‘Wij doen in het openbaar geen mededelingen over concrete operationele activiteiten.’ Des te grappiger dat in het BVD-dossier van Willem Oltmans de dienst wèl namen openbaart.
Aan Heitink had de inlichtingendienst een goede bij het jagen op ‘links’.
Jan Heitink
Op 19 januari 1972 deed ‘HK’ (het BVD-hoofd Kabinet) verslag van een ‘vertrouwelijk telefoongesprek met de heer Heitink (Telegraaf) over bijeenkomst ten huize van de heer Oltmans op 18-1-1972′. Jan Gideon Heitink (1921-2002) was adjunct-hoofdredacteur van Nederlands grootste dagblad en een ultrarechtse houwdegen. In Het geheim van De Telegraaf schreef Mariëtte Wolf al, in navolging van anderen, dat Heitink een BVD-informant was. ‘De hoofdredactie krijgt zelfs bezoek van de chef van de BVD, J.S. Sinninghe Damsté, met het doel toestemming te winnen voor Heitinks dubbelrol.’ De hoofdredactie ging akkoord. Aan Heitink had de inlichtingendienst een goede bij het jagen op ‘links’, noteerde Wolf. ‘Geldt Heitink ter redactie al als een complotdenker die “achter elke boom een KGB-agent ziet staan”, zijn rubriek maakt deze reputatie meer dan waar.’ Een citaatje uit Heitinks column over Jan Pronk zegt veel. Die was volgens hem een minister ‘die vóór alles een marxist is, die in de eerste plaats de verbreiding van het marxisme (vooral in de Russische betekenis daarvan) wil steunen’.

Frankrijk
In de tijd dat Heitink Telegraaf-correspondent was in Frankrijk (1957-1963) informeerde hij de Franse geheime dienst al over de Nederlandse communisten in dat land. Als dank zou hij in 1977 worden benoemd tot Chevalier de l’Ordre National du Mérite. Teruggekeerd in zijn geboorteland ging hij enthousiast door met zijn dubbelrol, zij het voortaan voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst. En daarbij richtte hij zijn pijlen ook op Willem Oltmans.

Telefoongesprek
Terug naar het telefoongesprek tussen Heitink en de BVD-medewerker op 18 januari 1972 dat ging over een bijeenkomst in Oltmans’ woning. Heitink popelde om er meer over te vertellen, schreef de anonieme BVD’er. ‘In aansluiting op het telefoongesprek dat Heitink gisteravond met mij voerde, belde hij mij heden te 12.00 uur op. Hij vertelde dat zijn krant erin was geslaagd om iemand bij het ten huize van Oltmans gevoerde gesprek aanwezig te doen zijn.’ Dat betrof journalist Peter Zonneveld. ‘Deze was met [NRC-hoofdredacteur Henk] Hofland van NRC-Handelsblad meegelopen. Men had deze in een journalistencafé aangetroffen op weg naar de bijeenkomst. De Telegraaf had daar ook iets gehoord over het feit dat Oltmans een aantal mensen voor een gesprek had uitgenodigd. Nadat het gesprek ongeveer een uur had geduurd, trad aan de dag dat de Telegraaf-man onuitgenodigd aanwezig was. Dit kwam doordat een andere man, die zich verlaat had, binnenkwam. Toen bleek dat men de ‘Telegraaf-man’ abusievelijk voor deze genodigde had aangezien. Dit bracht enige ontsteltenis bij het gezelschap teweeg, vooral bij de Russische deelnemers, die zich buiten de kamer begaven, kennelijk voor overleg. De betrokken Telegraaf-medewerker heeft clandestien foto’s van het gezelschap genomen. Aan de hand daarvan hoopte Heitink de aanwezige Russen te kunnen identificeren.’

Ontslag
De BVD was blij met de verstrekte informatie. ‘Tot de 3 aanwezige Russen behoorde Opaljev, verder een culturele en een politieke man. Het gesprek diende als voorbereiding van een persconferentie die Oltmans één dezer dagen in Nieuwspoort over de kwestie Luns zal geven. Hoofdthema van het gesprek was de stelling dat de heer Luns in zijn functie van secretaris-generaal van de NATO doende is het tot stand komen van een Europese Veiligheidsconferentie te dwarsbomen.’ Ook De Telegraaf kon tevreden zijn. De krant plaatste de door Zonneveld gemaakte foto’s, wat veel stof deed opwaaien. Het betekende een breuk tussen Henk Hofland en Oltmans, die zich verraden voelde door zijn oude vriend. Alle commotie maakte dat NRC Handelsblad Hofland nog diezelfde maand ontsloeg als hoofdredacteur.

Ambtswoning
Nog was Jan Heitink niet uitgelekt. De BVD’er: ‘Nadat Heitink zijn mededelingen had gedaan belde hij mij korte tijd daarna weer op. Hij vertelde dat zijn man met de vreemde mededeling nog was gekomen dat Oltmans tijdens de bijeenkomst had gezegd dat een Rus uit de wetenschappelijke hoek, waarschijnlijk geen medewerker van de ambassade hier, met prof. Bütcher [C. Böttcher, voorzitter van de Adviesraad voor het Wetenschapsbeleid] door de voormalige ambtswoning op Plein 1813 zou hebben gewandeld, waarbij beiden kennis zouden hebben genomen van de papieren aldaar door Mr. Luns achtergelaten. De Telegraaf-zegsman had de indruk gekregen dat de Russen van de inhoud van de betrekkelijke documenten op de hoogte zijn.’ Heitink bleek een meer dan gretige verklikker.

Rumoer
Het ochtendblad zou dagenlang uitpakken over de documenten die Luns onbeheerd had achtergelaten nadat hij NAVO-secretaris-generaal werd en naar Brussel was verhuisd. Daarbij nam de krant overigens consequent Luns in bescherming; dat was immers een vriend. De publicaties leidden desondanks tot veel rumoer, tot binnen het kabinet aan toe. De krant mikte daarmee op veel zelfbenoemde opponenten: Willem Oltmans, Henk Hofland én ‘de Russen’.

Andere informanten
Jan Heitink bleef onverdroten doorgaan met zijn informantenwerk. Hij was de enige niet met wie de BVD contact onderhield, zo blijkt uit Oltmans’ dossier. Op 28 november 1979 publiceerde ‘CRA/BL’ een vier pagina’s tellend geheim intern stuk voor zijn BVD-bazen ‘betr.: Theorie omtrent Oltmans’ beschuldigingen jegens de BVD’. Ik citeer de beginalinea’s: ‘Op 18 oktober 1979 plaatste de redactie van De Journalist, het orgaan van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, een ingezonden brief van free-lance publicist Willem L. Oltmans. In dit artikel suggereerde Oltmans dat de BVD een hooggeplaatste NOS-televisiefunctionaris benaderd zou hebben, alsmede een redacteur van een vooraanstaand dagblad en een Nederland bezoekende Sovjet-functionaris. Op 2 november 1979 werd Oltmans in het radioprogramma Info van de V.O.O. [Veronica] geïnterviewd door de journalist Remmers. In deze uitzending noemde Oltmans desgevraagd de naam van de journalist Henk Leffelaar van de Gemeenschappelijke Persdienst, thans correspondent in Londen. Nog tijdens ditzelfde programma werd Leffelaar telefonisch om diens commentaar gevraagd. Deze gaf toe in mei 1962 via een tussenpersoon te zijn benaderd, hetgeen korte tijd later had geresulteerd in een ontmoeting met de BVD in Brussel.’

Carel Enkelaar
‘Op 3 november j.l. werd Oltmans door KRO-reporter Aad van den Heuvel geïnviteerd in dienst TV-programma De Alles Is Anders Show. Oltmans gaf in deze uitzending toe zelf tweemaal contact te hebben gezocht met de BVD, omdat hij reeds gedurende vele jaren was lastig gevallen. De free-lance journalist karakteriseerde zijn relatie met de BVD als allerhartelijkst. Voorts noemde hij in dit programma naast de reeds eerdergenoemde Leffelaar nu ook de naam van twee andere figuren uit de journalistieke wereld, t.w. Carel Enkelaar, hoofd programmadienst van de NOS, alsmede [X], redacteur Buitenland van [Y].’ De laatste naam mag ik helaas niet noemen, omdat de betreffende voormalige buitenlandcorrespondent – gelukkig – nog in leven is. Maar wie gaat googlen, komt hem met de juiste trefwoorden vanzelf tegen.

Benaderingen
Het bijzondere zit ’m erin dat de BVD in bovengenoemd stuk bevestigde contact te hebben gezocht met Enkelaar en Leffelaar: ‘Noot CR: Aan Oltmans’ beweringen inzake Enkelaar en Leffelaar zal in dit rapport geen nadere beschouwing worden gewijd. Deze twee journalisten zijn eertijds inderdaad door de Dienst benaderd. Waarom [X], die nimmer door de BVD is benaderd, wel door Oltmans is genoemd is vooralsnog onduidelijk, al heeft CR een theorie ontwikkeld, die deze kwestie mogelijk in een nieuw daglicht kan stellen.’
‘Oltmans, ijdel als hij is, lijdt gezichtsverlies wanneer [X] niet door de BVD benaderd is.’
‘Hark’
De dienst zat in z’n maag met deze beschuldiging en ontwikkelde drie mogelijke theorieën. ‘A. [X] is benaderd door een andere dienst. Volgens CAZ/V is dit niet de IDB [Inlichtingendienst Buitenland], doch volledige zekerheid hieromtrent bestaat niet. Een benadering door een militaire inlichtingendienst of door een ID [inlichtingendienst] lijkt zeer onwaarschijnlijk. In ieder geval lijkt deze mogelijkheid niet groot, eenvoudigweg omdat Oltmans, ijdel als hij is, gezichtsverlies lijdt wanneer [X] niet door de BVD benaderd is. B. [X] heeft een “sterk verhaal” aan Hark [de operatienaam van een Rus die bij persagent Novosti werkte] willen vertellen in de veronderstelling dat dit toch niet te controleren was. Hark zou e.e.a. dan als vaststaand feit aan het [sic] KGB kunnen hebben medegedeeld. Het KGB op zijn beurt zou Oltmans kunnen hebben ingelicht. C. heeft zich willens en wetens laten gebruiken door de Sovjets en is bereid – om welke redenen dan ook – onwaarheden te verkondigen.’
‘Oude koeien’
De BVD overwoog de vlucht naar voren. ‘Resumerend kan worden gesteld dat Oltmans, waarschijnlijk gestimuleerd door Moskou, de BVD ervan beschuldigt een viertal journalisten te hebben benaderd. Hiertoe heeft hij eerst twee “oude koeien uit de sloot gehaald”, t.w. Enkelaar en Leffelaar. Eerstgenoemde bazuint dit verhaal al jaren rond bij wijze van practical joke in Hilversumse kringen. Ook Leffelaar heeft toegegeven.’ De BVD-medewerker stelde ten aanzien van de derde genoemde voor ‘om zo mogelijk op redelijk korte termijn een gesprek met [X] te voeren, bij voorkeur in aanwezigheid van een hoofdredacteur.’ Het zou er nooit van komen.

Haat-liefdeverhouding
(Ook) opvallend: in bovengenoemd BVD-dossier zitten meerdere verslagen van gesprekken die de dienst voerde met Oltmans. Die was zelf dus blijkbaar ook niet vies van medewerking met de geheime dienst. Blijkbaar had hij er een haat-liefdeverhouding mee. Oltmans deed een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur om alle belastende staatsdocumenten die er over hem circuleerden in handen te krijgen. Daaruit bleek hoe hij decennia langs was gedwarsboomd, onder andere door Joseph Luns. In 2000 kreeg hij, na lang procederen, als vergoeding voor de door de staat berokkende schade acht miljoen gulden netto uitgekeerd. Daarmee werden zijn financiële problemen in één klap opgelost. Problemen die mede waren ontstaan omdat de BVD hem jaren dwarszat, waardoor hij moeite had om zijn artikelen gepubliceerd te krijgen. Met ‘dank’ aan journalisten die de dienst graag terzijde stonden. Oltmans had te maken met matennaaiers, en hij wist het.
Waardeer dit artikel
De content op deze website is in en uit principe gratis, maar het maken ervan kost wel geld. Vond je het de moeite waard? Laat het blijken met een kleine bijdrage en help bij het mogelijk maken van onafhankelijke artikelen.