Beppie Nunes Nabarro-Ephraïm

Afgelopen zondag overleed Beppie Nunes Nabarro-Ephraïm op 90-jarige leeftijd. Ik heb haar en haar man Max enkele keren mogen spreken in het kader van een te schrijven boek over de Zaanse illegaliteit tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat waren bijzondere ontmoetingen met bijzondere mensen.

Het joodse echtpaar Nunes Nabarro woonde aan het begin van de Tweede Wereldoorlog  in de Amsterdamse Linnaeusstraat. In februari 1942 raakte Beppie in verwachting, in oktober werd Max afgevoerd naar het eerste van acht kampen. Hij zou ze allemaal overleven, een mirakel. De 21-jarige, hoogzwangere Beppie dook onder. Met haar pasgeboren dochter zwierf ze van het ene adres naar het andere, reizend onder een schuilnaam. Begin 1944 belandde ze in de Zaanstreek. Daar kwam ze onder de hoede van de Zaandamse verzetsman Piet Bosboom, die minstens honderd joden aan onderduikadressen, voedsel en valse documenten hielp. Hij bracht haar naar Kees en Gré de Vries. Die woonden in de Czaar Peterstraat in Zaandam, tegenover een broer van Piet. Nadat Beppie zich op een eerder onderduikadres had moeten voordoen als katholiek, werd er nu van haar verwacht dat ze op zondag in de gereformeerde kerk plaatsnam. “Ik herinner me dat er urenlang gezeurd werd over de slang uit het verhaal van Adam en Eva; of hij nou echt gesproken had of dat zijn voorkomen symbolisch is geweest”, vertelde Beppie me in 2005. Ze moest er nog om lachen. Haar dochter werd ondergebracht op een adres in Westzaan, bij Jan en Gesina van Ooijen.

Piet Bosboom schakelde Beppie in als koerierster. Ze verzorgde ondergedoken mensen en vervoerde wapens. Het waren angstige tijden. Beppie: “Onderduiken was verschrikkelijk… heel erg. Je kind moeten afstaan zonder dat je wist of je het ooit terugkreeg, dat was vreselijk. Altijd de angst dat er met jou of met het kind wat zou gebeuren. Ik heb drie jaar in angst gezeten. Iemand die zat ondergedoken en zegt nooit bang te zijn geweest… dat kan niet. En al helemaal niet als je op straat kwam, zoals ik. Als je gepakt werd als verzetsstrijder ging je ook naar een concentratiekamp, maar verzetsstrijders kwamen ook wel eens vrij. Maar als ik gepakt werd was het twee keer zo erg: als verzetsvrouw en als jodin. Voor mij bestond er geen enkele kans.”

Beppie maakte de bevrijding mee in een Zaandijkse woning. Na de oorlog keerde ze met haar dochter terug naar Amsterdam, waar ze haar man terugvond. De keren dat ik haar sprak, vertelde ze nuchter, onderkoeld en soms zelfs met humor over de gruweljaren die zij en haar dochter doormaakten. Haar man had minder behoefte zijn verhaal te vertellen; de mensen zouden de door hem ondervonden horror toch niet begrijpen.

Beppie is overleden en Max moet alleen door. Het zijn mensen die een monumentje verdienen.

 

Vervalst persoonsbewijs van Beppie Nunes Nabarro-Ephraïm

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *